SOS
aan de raad der
gemeente Breda
Agendanummer: 7
Bijlagenummer321
OW/8411612
5 september 1984
Voorstel van burgemeester en wethouders
met betrekking tot de aankoop van de
voormalige melkfabriek aan de
Bastionstraat/Tuinbouwlaan
Inleiding
Sinds mei 1982 is de voormalige melkfabriek aan de Bastionstraat/Tuinbouwlaan
door een groep jongeren gekraakt. Dit pand was door de groep uitgezocht
vanwege het feit dat het al jaren leegstond en daardoor aan het vervallen
was en bovendien leek deze ruimte geschikt om een combinatie van wonen en
werken te verwezenlijken. In het rapport van het BOK wordt hierop dieper
ingegaan.
December 1982 heeft ons college besloten de stuurgroep 1+2 toestemming te
verlenen om aan het BOK een haalbaarheidsonderzoek op te dragen.
Voorwaarden daarbij waren dat de normale woonruimteverdelingssystematiek
toegepast zou worden en dat de kwesties van contingent en bestemmingsplan
wijziging zorgvuldig geregeld dienden te worden.
Tussen de omwonenden en de bewonersgroep van het Bastion zijn regelmatig
contacten. Dit contact is van gemeentewege tot stand gebracht na klachten
van omwonenden.
Na enkele irritaties in de beginperiode is er op dit moment sprake van een
toenemend begrip voor eikaars normen met betrekking tot het wonen en ideeën
over onder andere het inrichten van de buitenruimte. Beide groepen hopen op
een gunstige afloop van de aankooponderhandelingen en verbouwingsplannen
zodat het verder verval van het pand wordt tegengegaan en daarmee een
verpaupering van de buurt wordt voorkomen.
Inhoud
De opdracht aan het BOK tot het verrichten van een haalbaarheidsonderzoek
omvatte 3 onderzoeksaspecten:
1. onderzoek naar de mogelijkheid van kamerbewoning;
2. onderzoek naar de verbouwingsmogelijkheden volgens de MG 82-19
regeling (het creëren van woonruimte in bestaande panden door middel
van eenvoudige aanpassing;
3. onderzoek naar de haalbaarheid van de verbouw volgens de HAT-regeling
In het bijgevoegde rapport van het BOK zijn deze varianten uitgewerkt. De
financiële consequenties en de knelpunten zijn aangegeven.
Alle partijen (bewonersgroep, BOK en gemeente) zijn het er over eens dat
verbouwen volgens de HAT-regeling de meest ideale oplossing is.
Uitgangspunt was (en is) dat dit project de lokatiekeuzegedachte niet mag
doorkruisen. Om deze reden is het beschikbaar stellen van een deel van het
HAT-contingent van de hand gewezen.
Sinds oktober 1983 is er een extra categorie toegevoegd aan het contingen-
teringsverhaal, de zogenaamde Verbouw-HAT. Deze is boven de al toegekende
contingenten gekomen.
Ons college is van mening geweest dat dit project een beroep kan doen op
het extra contingent Verbouw-HAT.