aan de raad der
gemeente Breda
Agendanummer:10
bijlagenummer337
F/8414430
3 oktober 1984
Voorstel van burgemeester en wet
houders tot aanpassing van de ta
rieven van de onroerend-
goedbelastingen in verband met
de herwaardering van de in de ge
meente gelegen onroerende goede
ren
Inleiding
De onroerend-goedbelastingen worden sinds het belastingjaar
1982 geheven naar de grondslagwaarde in het economische verkeer
naar de toestand op 1 januari 1979-
In artikel 273' van de gemeentewet is bepaald dat de heffings
grondslag moet worden vastgesteld naar de toestand bij het
begin van het belastingjaar dan wel naar de toestand op een bij
de belastingverordening te bepalen, ten hoogste 5 jaren eerder
vallend tijdstip, met dien verstand dat een aldus vastgestelde
heffingsgrondslag wordt toegepast voor ten hoogste 5 achter
eenvolgende belastingjaren.
De grondslagwaarde in het economische verkeer naar de toestand
van 1 januari 1979 kan gebruikt worden tot en met het belasting
jaar 1984. Daarom ook is de thans vigerende verordening onroe
rend-goedbelastingen 1983 slechts goedgekeurd tot 1 januari
1985
Om de heffing van de onroerend-goedbelastingen in 1985 en
volgende jaren mogelijk te maken zal Uw raad een belasting
verordening dienen vast te stellen waarin nieuwe bepalingen
worden opgenomen over de peildatum van de heffingsgrondslag. In
de vergadering van Uw raad van 8 september 1983 hebben wij
reeds mededeling gedaan van het feit dat voor de heffing van de
onroerend-goedbelastingen in het jaar 1985 en volgende jaren
nieuwe grondslagen moeten worden vastgesteld.
Bepaling nieuwe peildatum
Over de wijze waarop wij de nieuwe grondslagen willen doen vast
stellen hebben wij in de genoemde vergadering Uw toestemming
gevraagd. Uw raad heeft daarop besloten akkoord te gaan met de
wijze van vaststelling van de nieuwe grondslagen en met het han
teren van de peildatum 1 januari 1983- Omdat de nieuwe grond
slagen dan één jaar langer gehanteerd zouden kunnen worden
heeft U tevens besloten dat, indien in het jaar 1983 de prijzen
van het onroerend goed zich ten opzichte van 1 januari 1983
zouden stabiliseren, de heffing van deze belastingen in het
jaar 1985 en volgende jaren zal plaatsvinden naar de toestand
op 1 januari 1984