gemeente Breda Bij bijlagenummer: 337 De raad der gemeente Breda; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders; gelet op de artikelen 272, letter a en 273 van de gemeentewet, alsmede op het besluit gemeentelijke onroerend-goedbelastingen besluit vast te stellen de volgende verordening: verordening op de heffing van de onroerend-goedbelastingen. Artikel 1 Voorwerp van di be lastingen belastbaar feit: be- plicnt Ter goe; tin; ■emeente gelegen onroerend zake van binnen de worden onder de naam "onroerend-goedbelas- jaarlijks geheven: een directe belasting van degene de omstandigheden beoordeeld - H i n oi.i hi naar begin b !t van het belastingjaar een onroerend goed al dan niet krachtens een zakelijk recht of per soonlijk recht feitelijk gebruikt; een directe belasting van degene, die bij het begin van het belastingjaar van een onroerend goed het genot heeft krachtens zakelijk recht. Voor de toepassing van het eerste lid, letter a. wordt: a. gebruik door de leden van een huishouden aan gemerkt ais gebruik door het hoofd van dat huishouden b. gebruik door degene aan wie het gebruik van ine aan wie het een gedeelte van een onroerend goed is aige staan, aangemerkt als gebruik door degene CT O O dat gedeelte ten gebruike heeft afgestaan; c. ingeval van verschillende soorten feitelijk g: bruik alleen het belangrijkste in aanmerking genomen Voor de toepassing van het eerste lid, letter b. wordt als genothebbende krachtens zakel ijk recht aangemerkt hij die bij het begin van het belas tingjaar ais zodanig bij n kaaaster bekend staat, tenzij blijkt dat op da der genothebbende krachtens t tijdstip een recht w zakelijk an TT L3

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1984 | | pagina 1486