die de werkgelegenheid, net zelfbeschikkingsrecht of de sociale zekerheid van
vrouwen moeten bevorderen. Veel groepen hebben zowel bewustwording als aktie in het
vaandel staan. Andere richten zich op hulpverlening en/of het geven van voorlichting
en informatie.
Een deel van de groepen werkt voornamelijk stedelijk, een ander deel in de diverse
buurten en wijken van Breda. Er zijn groepen die zich richten op een bepaalde leef
tijdsgroep. Daarnaast is er een comitee dat de belangen van de buitenlandse vrouw
behartigt
De vrouwenbeweging, in al haar variëteiten, vormt een belangrijke basis van het
gemeentelijk emancipatiebeleid. Zij heeft in de voorbije jaren een grote rol gespeeld
bij de ontwikkeling van ideeën en uitgangspunten van het gemeentelijk emancipatiebeleid.
Het is daarom dat ondersteuning van de vrouwenbeweging een belangrijk onderdeel vormt
van ons beleid. Deze ondersteuning omvat zowel het beschikbaar stellen van financiële
middelen voor emancipatie-aktiviteiten als voorzieningen in de akkomodatiesfeer.
Wat betreft dat laatste achten wij een strukturele regeling van het beheer van het
Pasbaancentrum - dat vanaf januari 1981 geheel ter beschikking is gesteld van de
Bredase vrouwen - nog steeds een belangrijk korte-termijn doel.
Gemeentelijk Vrouw'ënemancipatiebeleid
De eerste aanzetten voor een gemeentelijk vrouwenemancipatiebeleid zijn gedaan sinds
december 1978, toen de gemeenteraad er door het aannemen van een motie blijk van gaf
het belang van een dergelijk beleid in te zien.
De basis voor een verdere uitwerking is neergelegd in de "beleidsvoornemens die ten
grondslag liggen aan de samenwerking in de raadsperiode 1982-1986", onder de paragraaf
over het emancipatiebeleid.
Als hoofddoelstelling voor het beleid op het gebied van vrouwenemancipatie is tot nu
toe gehanteerd: ontwikkelingen bevorderen en belemmeringen wegnemen bij veranderings
processen, gericht op een grotere keuze voor vrouwen om vorm en inhoud aan hun leven
te geven.
Deze hoofddoelstelling is gebaseerd op de definitie van emancipatie als het probleem
van een achtergestelde groep vrouwen, die geholpen moeten worden hun achterstand in
te halen.
De inzichten in de verschillen in positie tussen mannen en vrouwen zijn sinds 1978
echter sterk toegenomen; zeker is dat in de afgelopen tien S vijftien jaar de verande
ring in opvattingen en gedrag bij vele vrouwen en mannen aanzienlijk is geweest.
Desondanks is de maatschappelijke ongelijkheid tussen vrouwen en mannen niet wezenlijk
verminderd
Het blijkt dat met name in de maatschappelijke organisatie als zodanig barrières liggen
voor het doorbreken van rolpatronen en het realiseren van gelijke mogelijkheden voor
vrouwen en mannen. Steeds meer wordt duidelijk dat het realiseren van economische zelf
standigheid een noodzakelijke, zij het geen voldoende, voorwaarde voor emancipatie is.
Belangrijke onderdelen van de emancipatieproblematiek zijn verweven met de aktuele
verdelingsvraagstukken op het terrein van arbeid en inkomen; dit wordt door de huidige
slechte sociaal-economische situatie extra scherp in het licht gesteld.
Bovendien wordt thans meer dan voorheen de maatschappelijke ongelijkheid van mannen en
vrouwen in verband gebracht met de normeringen die bestaan ten aanzien van gedrags-
en relatievormen en met de institutionalisering daarvan in de maatschappelijke organi
satie
Deze inzichten leiden tot de konklusie dat een intensivering van net reeds in gang
gezette emancipatiebeleid nodig is.
Een herziening van de hoofddoelstelling van het emancipatiebeleid is derhalve zinvol.