- 10 - bij1 agenummer333 Wij stellen uw raad voor: 1. ons beleid voort te zetten dat vrouwen met behoud van uitkering kunnen deel nemen aan (beroepskwalificerende) edukatie-aktiviteiten (zie ook onder a.5) 2. het G.A.B. te verzoeken om vrouwen, die daarvoor in aanmerking komen door middel van beroepskeuze en scholing te helpen zich voor te bereiden op deel name aan de arbeidsmarkt. Extra bijstand kan worden verleend, voorzover het deelnemen aan aktiviteiten en opleidingen noodzakelijkerwijs kosten met zich meebrengt 3. binnen de grenzen en mogelijkheden die deer de landelijke overheid worden aan gegeven, zal bij de uitvoering van ce sociale dienstverlening in de plaatse lijke situatie de verbetering van de positie van de vrouw optimaal bevorderd worden 4. aktiviteiten die binnen het kader van uitvoering van de sociale dienstverlening door vrouwengroepen worden opgezet zullen ondersteund worden 5. er zal aktieve voorlichting gegeven worden over de bovenstaande beleidsvoor nemens fVrijetijdsbesteding Vrouwen nemen minder deel aan vrijetijdsbestedingen dan mannen; er is zelfs een teruggang te constateren in de vrijetijdsbesteding van vrouwen in het algemeen. Daarnaast kan worden vastgesteld dat voor huisvrouwen met (kleine) kinderen vrije tijd voor een niet onbelangrijk deel wordt geïdentificeerd met de recreatieve activiteiten van het totale gezin. Voor zover er binnen de vrijetijdsbesteding van een toename van interesse bij vrouwen kan worden gesproken geldt dit voor sport-en hoobybeoefening. Vrouwen zijn als vrijwilligsters) duidelijk ondervertegenwoordigd in bestuurs- en kaderfuncties van welhaast alle maatschappelijke en sociaal-culturele organisaties en instellingen. Wij stellen Uw raad daarom voor: 1. Te beverderen dat de drempels die de vrijetijdsbezigheden voor vrouwen belemmeren c.q. de neergaande trent van deelname veroorzaken, weg te nemen. 2. Een daadwerkelijke-en doelgerichte werving van vrouwen te bevorderen ten behoeve van bestuurs- en kaderfuncties binnen maatschappelijke organisaties en instellingen. gKuituur Uitgangspunten van het gemeentelijk kultuurbeleid zijn: - voorwaardenscheppend; - individuen en groeperingen dienen zelf vorm en inhoud te geven aan hun kuituurbeleving - iedereen moet gebruik kunnen maken van kulturele voorzieningen. Deze uitgangspunten zijn neergelegd in de nota "van Cultuur naar Kuituur" van 1977 en sedertdien regelmatig bevestigd, ook in de program-akkoorden van de opvolgende raadsperioden. Natuurlijk zijn er binnen het aanbod tentoonstellingen, voorstellingen, aktiviteiten dis als emancipatorisch kunnen worden aangemerkt. Dit aanbod kan moeilijk facetbeleid genoemd worden, omdat de keuze op de eerste plaats wordt bepaald door kwalitatieve overwegingen en slechts verwijderd aktief inspeelt op vragen uit de emancipatorische hoek. Toch mag uit net bovenstaande niet worden gekonkludeerd dat kultuurbeleid en emancipatiebeleid elkaar vreemd zijn. Misschien meer dan op andere terreinen ont moeten zij elkaar, haast natuurlijk. De participatie blijkt in de praktijk mogelijk, zowel aktieve als passieve. Bij de beoordeling van participatie moet in ogenschouw worden genomen dat de keuzen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1984 | | pagina 1502