bijl.nr. 41
Dit maakt het mogelijk, dat op 1 augustus 1984 een
aantal (15 a 20) nieuwe proefprojecten kunnen beginnen
met ieder 200 leerlingen in het eerste jaar.
Gezien de circulaire en gelet op het onder II gestelde
hebben wij op voorstel van de directie van de g.t.s.,
hierin gesteund door vrijwel het gehele personeel, op
30 november jl. besloten de staatssecretaris van
onderwijs en wetenschappen - behoudens instemming van
Uw raad - te verzoeken ingaande 1 augustus 1984 een
proefproject volle tijd kort-m.b.o. ten behoeve van de
g.t.s. toe te kennen. In de brief* aan de staatssecre
taris van onderwijs en wetenschappen hebben wij als
argumentatie het navolgende opgenomen:
De verschijning van de eerste circulaires rond het
kort-m.b.o in 1978 waren voor de g.t.s. reeds aanlei
ding zich te bezinnen over de vraag of een dergelijk
experiment aan de school verbonden zou dienen te
worden
Omdat wij van mening waren dat een experiment voor ons
instituut een waardevolle aanvulling zou zijn, werd een
plan uitgewerkt en werden de voorbereidingen tot een
aanvraag getroffen.
Inmiddels bleek dat ook het katholiek onderwijs in onze
stad overwoog een aanvraag in te dienen. Omdat wij deze
onderwijsvoorziening van groot belang achtten en nog
achten voor de jongeren in Breda en omgeving namen wij
het initiatief tot het bereiken van een gemeenschappe
lijke, breed onderbouwde, aanvraag. Resultaat van het
overleg was een plan, ingediend door het bevoegd gezag
van de l.t.s. "De Blauwe Kei" te Breda.
Omdat naar onze mening één Bredase aanvrage de haal
baarheid zou vergroten, zagen wij van een afzonderlijke
aanvraag af en gaven wij de voorkeur aan participatie
in het project van de k.t.s.
Toen al gaven wij de voorkeur aan een accentuering van
het beroepsopleidend karakter van een experiment kort-
m.b.o.
Omdat drempelloze toelating echter een belangrijk onder
deel van het experiment was, hebben wij destijds ook
deze doelstelling onderschreven. Nadat het experiment
aan de k.t.s. was toegekend hebben wij onze inbreng
gehad bij de totstandkoming van de verschillende onder
wijsprogramma s
Door gebrek aan ruimte en door de onzekerheid over de
haalbaarheid van de met grote haast opgestelde plannen
bij de docenten van onze school besloten wij niet
meteen bij de start van dit experiment ook leerlingen-
groepen te begeleiden.
Wel hebben wij getracht door het functioneren in de
stuurgroep het project te doen slagen. Nu, na vier
experimentele jaren, heeft het Bredase experiment zich
een plaats verworven in de Bredase onderwijsvoorzie
ningen en de directe omgeving.
4 -