bijlagenummer346
Bij schrijven d.d. 29 juni 1984 kenmerk 0629717 wordt dit verzoek gehono
reerd, zij het dat de financiële medewerking wordt begrensd door de vanaf
1 januari 1984 geldende rijksregeling ter zake (MG 83-57), doch overigens
met de mededeling dat met de uitvoering van het plan overeenkomstig het
daaraan ten grondslag liggend bestek met tekeningen akkoord wordt gegaan.
Deze regeling bevat criteria voor ondermeer de berekening van de maximale
investeringskosten en voor die van de huurverhoging volgens het 1—2—3—
systeem.
Op de bij genoemd schrijven gevoegde bijlage I is een kostenopzet gemaakt
uitgaande van de peildatum 1 juni 1984. Deze resulteert in een bedrag van
1.247.355,
Op bijlage II is het maximale investeringsbedrag berekend, alsmede de daar
uit voortvloeiende huurverhoging, inclusief die over de niet subsidiabele
kosten.
De laatste wordt gesteld op 213,50 per woning per maand, te weten
respectievelijk 152,50 en 61,
De kosten van voorbereiding van het thans voorliggende plan hebben
138.505,bedragen, terwijl dit volgens de geldende norm 93.213,
mag zijn. De oorzaak hiervan is gelegen in de lange en moeizame totstand
koming van dit plan met extra kosten van onderzoek, hetgeen uit het
vorenstaande ook blijkt.
Ter zake van de kredietvotering moge het volgende dienen.
Benodigd
volgens goedgekeurde kostenopzet 1.247.355,
overschrijding op voorbereidingskosten 45.292,
1.292.647,—
Beschikbaar
reeds gevoteerde voorbereidingskredieten 27.000,
via slotwijziging 1980 en 1981 13.085,
40.085,—
Te voteren 1.252.562,-
In de dekking van het benodigd krediet wordt als volgt voorzien:
via huurverhoging over de subsidiabele kosten
rijksbijdrage 954.240,—
idem over de niet-subsidiabele kosten (gekapitaliseerd)" 90.000,
ten laste van het fonds stadsvernieuwing 248.407,x)
1.292.647,—
x) Dit bedrag is als volgt samengesteld:
overschrijding op voorbereidingskosten 45.292,
- idem van de subsidiabele kosten na aftrek gekapi
taliseerde opbrengst van de huurverhoging over de
niet-subsidiabele kosten 203.115,
248.407,—