Bijlagenummer371 2.420 kWh dient te worden gesteld, het gegeven dat het rendement in de gassituatie dient te worden berekend naar de "bovenwaarde" en het feit, dat in de oorspronkelijke stads verwarmingstarieven een te laag bedrag in mindering was ge bracht in verband met het gebruik van een stadsverwarmings boiler vergeleken met een badgeiser in de gassituatie; 2. de kosten van omwisseling van de E-boilers door S.V.- boilers, geraamd op f 340.000,-- zullen voor rekening van de gemeente komen (het hiervoor benodigde krediet is op 9 februari door U beschikbaar gesteld); 3. de verbruiker is een huur voor de S.V.-boiler in 1984 ver schuldigd van f 19,--* per maand inclusief verrekening van de eenmalige bijdrage van f 355,--* in verband met de aan sluiting van de S.V.-boiler; 4. verbruikers c.q. verhuurders die niet tot vervanging over gaan waar dit naar het oordeel van de gemeente wel mogelijk is, zullen tot en met 31 december 1983 de onder 1 bedoelde vergoeding ontvangen; daarna blijven alle meerkosten voor rekening van deze verbruikers c.q. verhuurders; 5. in het geval dat de E-boiler naar het oordeel van de gemeente niet is te vervangen, zullen deze verbruikers de onder 1 bedoelde vergoeding ontvangen tot en met 31 decem ber 1983- Hierna zullen deze verbruikers blijvend een jaarlijkse ver goeding ontvangen, gebaseerd op het verschil in kosten tussen de E-boilers en de S.V.-boiler. Dit bedrag is voor 1984 vastgesteld op f 2,--* per woning per jaar; de vastrechttarieven S.V. die zijn vastgesteld voor het jaar 1984 behoeven bijstelling op basis van het gegeven dat het rendement in de gassituatie naar de "bovenwaarde" had dienen te worden berekend. De compensatie warmtapwater moet van f 36,27* worden verhoogd naar f 61,98*. De belangrijkste verschillen ten opzichte van het op 9 februari jl. ingediende voorstel zijn: - het "niet meer dan anders"-principe is toegepast, waarbij rekening gehouden is met de reeds in het S.V.-tarief begrepen compensatie - het E-verbruik is tot en met 31 december 1983 gesteld op 2.420 kWh per jaar, conform het onderzoek door de Stichting Vergelijkend Warenonderzoek; - bij de berekening van het gasverbruik wordt uitgegaan van de in genoemd onderzoek gevolgde methode, te weten rendement op bovenwaarde Instemming met de genoemde uitgangspunten en financiële vergoe dingen resulteert in onderstaande financiële consequenties op jaarbasis en prijsbasis 1984. - 2

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1984 | | pagina 1628