3 bijl.nr. 377 Hoewel door het dagelijks bestuur thans in afwijking van genoemde procedure niet wordt gevraagd om het oordeel van de gemeenteraad, achten wij het niettemin noodzakelijk met het oog op de verstrekkende betekenis van het stadsgewestelijke meerjarenbeleidde aard en de omvang van onze reacties dienaangaande en het commentaar daarop van het dagelijks bestuur, alsmede hun bevoegdheden in dit verband, dat Uw raad zich alsnog expliciet hieromtrent uitspreekt. Wij stellen U dan ook voor om alsnog te besluiten tot het instemmen met onze onderhavige brief van 9 mei 1984. Relatie Breda - Stadsgewest De hiervoor omschreven behandeling rondom het meerjarenbe leid van het Stadsgewest is voor ons college aanleiding geweest om als één van de deelnemende organen in het Stads gewest een fundamentele discussie met het Stadsgewest op gang te brengen over de toekomst van de intergemeentelijke samenwerking waarin de relatie Stadsgewest - gemeente Breda centraal zou staan. Deze discussie hebben wij geëntameerd bij onze brief van 8 juni 1984, welke wij in de op 21 juni 1984 gehouden vergadering van de commissie Algemene Zaken ter kennis van die commissie hebben gebracht. In deze brief hebben wij aangetekend, dat uiteraard ook de gemeenteraad van Breda en alle andere organen die tot onderhavige samen werking hebben' besloten, in die discussie zullen moeten worden betrokken. Gelet op het stadium waarin deze discussie zich thans bevindt, achten wij het minder gewenst om hierop thans nader in te gaan. Het komt ons zinvol voor om dit later en in een ander ver band te doen en dan integraal met vermelding van de uitein delijke resultaten. Dit laatste is thans ook nog niet geheel duidelijk. Een en ander kan daarom onzes inziens thans verder buiten de beschouwingen worden gelaten. Commentaar begroting 1985 Uit het gegeven commentaar door het dagelijks bestuur op onze reacties met betrekking tot het meerjarenbeleid van het Stadsgewest blijkt, dat hieraan vanwege het Stadsgewest nauwelijks is tegemoet gekomen. Wij zijn echter nadrukkelijk van oordeel, dat dit alsnog nader dient te gebeuren en dat bovendien de financiële resul taten hiervan vertaald dienen te worden in de begroting 1985. Tegen de achtergrond van het vorenstaande overigens voor wat betreft ons commentaar volstaan met de volgende kanttekeningen: menen wij ter zake te kunnen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1984 | | pagina 1648