bijl.nr. 377 recreatie het blijft onduidelijk waarom en met welke doelstellingen het Stadsgewest zich bezig houdt met de toeristisch- recreatieve ontwikkelingsmogelijkheden van en in West- Brabant. Bovendien is de afstemming van deze en van de provinciale activiteiten ter opstelling van een toeris- tisch-recreatief ontwikkelingsplan niet zichtbaar gemaakt volksgezondheid er wordt redelijk aangesloten bij de in het meerjarenbe- leid geformuleerde beslispunten. Hierbij kan als voor beeld gedacht worden aan een op sobere wijze handhaven van preventieve aandacht voor specifiek bij vrouwen voor komende ziekten. De resultaten van het op dit moment gaande overleg over de aandacht voor de bestrijding van baarmoederhalskanker worden afgewacht. Wij wachten bovendien de nadere standpuntbepaling vanwege het Stadsgewest af over de veranderingen op het gebied van de jeugdtandverzorging en de logopedie. Ook achten wij het gewenst om nader op de hoogte te worden gehouden over de ontwikkelingen op het terrein van de medische sportkeuringen. De voorstellen inzake de erkenning en de organisatie bij het Stadsgewest van de bedrijfsgezond heidszorg wachten wij eveneens af. Tenslotte verwachten wij, dat in de nota van aanbieding bij de begroting 1986 reeds op enige wijze een evaluatie zal kunnen worden ge geven over de nieuw te starten afdeling inzake de beleids advisering in het kader van de W.G.M.; brandweer Met het Stadsgewest is afgesproken, dat de Bredase brand weercommandant voor 1/4 gedeelte van zijn totale arbeids tijd zal gaan functioneren als gewestelijke brandweercom mandant. De daarmee verband houdende lasten, zijnde 25$ van de personeelslasten en van de huisvestingskosten, die nen uiteraard in de begroting 1985 van het Stadsgewest te zijn opgenomen. In de begrotingscijfers is echter uitge gaan van een inzet van 15$. Bovendien is de omvang van deze inzet nadrukkelijk gekoppeld aan het overnemen door het Stadsgewest van een Bredase brandweerofficier. De hier bedoelde afspraken gelden tot 1 januari 1986 of tot de datum waarop de nieuwe Brandweerwet in werking zal zijn getreden. Voor het overige dient ter zake de in onderling overleg vastgestelde status quo in acht te worden genomen totdat de nieuwe Brandweerwet in werking zal zijn getreden. Wij zijn van oordeel, dat hierop niet vooruit kan worden gelopen, waarbij wij met name het oog hebben op de beantwoording van de vraag waar alsdan het regionale brandweerpersoneel in dienst zal komen. Tenslotte dienen nog de resultaten te worden afgewacht van het overleg met het Stadsgewest over de vaststelling en de verrekening van de huisvestings- en apparaatskosten ten gevolge van het onderbrengen van het Stadsgeweste lijke personeel (exclusief centralisten en onderofficier) in de brandweerkazerne van Breda;

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1984 | | pagina 1650