gemeente Breda
aan d(
gemet
bij bijlage nr. 382
De raad van de gemeente Breda;
OW
17
voorgenomen het beroepschrift d.d. 14 augustus 1984, ingekomen
15 augustus 1984, van mr. J.H.W. Rullmann, Spoorlaan 386 te Tilburg,
tegen het besluit van burgemeester en wethouders van 4 juli 1984 tot:
I. het verklaren niet bereid te zijn tot het aanvragen van een verklaring
van geen bezwaar bij Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, als
bedoeld in artikel 42, tweede lid, sub b, van de bouwverordening
II. het weigeren van de gevraagde vrijstelling, als bedoeld in artikel
42, tweede lid van de bouwverordening 1978;
III. het weigeren van de gevraagde bouwvergunning voor het bouwen van een
overdekt terras voor het perceel Grote Markt 4-6kadastraal bekend
gemeente Breda, sectie A, nummer 7103;
overwegende, dat de weigering is gebaseerd op strijd met artikel 40
van de Bouwverordening 1978;
dat het beroep binnen de in artikel 51, lid 1 van de Woningwet
bepaalde termijn is ingesteld;
dat appellant derhalve in zijn beroep ontvankelijk dient te worden
verklaard;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders;
gelet op artikel 51, eerste lid van de Woningwet en de artikelen 389
en 390 van de bouwverordening 1978;
met overneming van de door burgemeester en wethouders in hun boven
vermeld voorstel ontwikkelde motieven het geroep van mr. J.H.W.
Rullmann tegen bovengenoemde onder sub I, II en II vermelde besluiten
ongegrond te verklaren.
1978;
besluit
Aldus besloten in zijn openbare
vergadering van
De raad voornoemd,
secretaris.
voorzitter.