aan de raad der cemeente Breda agendanummer: 11 bijlagenr.398 ENWA/8416992 14 november 1984 Voorstel van burgemeester en wet houders inzake verhoging van de gastarieven voor kleinverbrui kers per 1 januari 1985. Krachtens artikel 30 van de Energie- en Waterverordening 1976 worden voor het gebruik van gas per meetinrichting en/of perceel de tarieven in rekening gebracht overeenkomstig de richtlijnen van de Vereniging van Gasexploitanten in Nederland (VEGIN), tenzij de raad anders beslist. De minister heeft bij ministeriële prijsbeschikking op grond van artikel 2 van de Wet aardgasprijzen besloten een minimum prijs voor kleinverbruikers voor te schrijven*. Deze dwingend voorgeschreven prijs is het in 1984 geldende VEGIN-tarief (voor Breda 52,6 cent per ra3verhoogd met 3 cent. Het nieuwe variabele tarief wordt dus 55,6 cent per m3 exclusief omzetbelasting en milieuheffing. Op 21 november 1984 zal een extra ledenvergadering van de VEGIN worden gehouden, waarin een standpunt zal worden bepaald of tegen deze beslissing in beroep zal worden gegaan. Zolang dit nog geen resultaat - intrekken van de door de minister van economische zaken vastgestelde tariefsverhoging - heeft opge leverd is de gemeente gedwongen de verhoging bij de verbruikers in rekening te brengen. Deze verhoging betekent voor: a. kleinverbruikers, die het gas niet of nauwelijks voor verwar mingsdoeleinden gebruiken 600 m3 per jaar) een jaarlijkse verhoging van f 22,(inclusief 19% omzetbelasting); b. kleinverbruikers, die het gas voornamelijk voor verwarmings doeleinden gebruiken (2.500 a 3.500 m3 per jaar) een jaar lijkse lastenverhoging van f 90,tot f 125,-- (inclusief 19? omzetbelasting). Voor de jaarafrekening 1984/1985 wordt een gemiddelde prijs op basis van de ingekochte m3 in rekening gebracht.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1984 | | pagina 1717