Een eerste overlegronde heeft 17 november 1983 met de binnen-
stadscomitees plaatsgevonden. Begin 1984 zou het overleg met de
overige buurten gaan plaatsvinden. Deze laatste gesprekken zijn
echter niet doorgegaan omdat inmiddels de voorlopige voorstellen
vanuit de tweede heroverwegingsronde voor deze sector bekend
zi jn
De eerste nota is uit de inspraak genomen en er is verder ge
werkt aan een bijstelling van de eerste versie, waarbij de
bezuinigingstaakstelling van f 467.000,-- is betrokken.
De uitwerking en bijstelling is opgenomen in de in april 1984
uitgebrachte discussienota "Plussen en Minnen"
De inhoud van de nota bestaat uit:
- hoofdstuk 2.
Een inventarisatie van de tijdelijke en permanente personeels-
inzet van begeleidingsinstellingen en sociaal-culturele
centra
De inventarisatie laat de verdeling van beroepskrachten zien
naar buurten en wijken en naar ondersteunende functies;
- hoofdstuk 3.
Een beschrijving en samenvatting van de onderzoeksgegevens
per buurt en een voorstel om de buurten naar de mate van
achterstand te rangschikken.
In de nota worden de Bredase buurten ingedeeld in drie cate
gorieën A-, B- en C-buurten;
- hoofdstuk 4.
De uitgangspunten en prioriteiten uit het programakkoord wor
den geconcretiseerd naar het betreffende terrein.
Als uitgangspunt wordt voorgesteld om:
a. accommodaties (zoveel mogelijk per buurt gecentraliseerd) en
activiteitensubsidies als voorwaarde voor het werk van vrij
willigers te beschouwen.
De spreiding over de hele stad zal op een redelijk niveau
liggen;
b. de inzet van beroepskrachten alleen te laten plaatsvinden
waar het vrijwilligerskader niet bij machte is het werk te
doen en waar aan de hand van prioriteitenstelling inzet
nodig is.
- hoofdstuk 5.
Een vertaling van het algemene uitgangspunt vindt plaats naar
een tweetal verdelingsregelingen. De standaardverdeling geldt
in principe voor de hele stad.
De stimuleringsregeling, die aanvullend van aard is, wordt
alleen toegepast in de A- en B-buurten;
- hoofdstuk 6.
De normen uit de verdelingsregelingen en de indeling van de
buurten op grond van achterstandskenmerken resulteren in een
beeld van de nieuwe inzet streefsituatie per 1-1-1987).
Om de gevolgen t.o.v. de bestaande inzet goed in beeld te
brengen is een vergelijkend overzicht opgenomen, dat ook
financieel vertaald wordt;
- 3 -
bijlage nr. 414