aan de raad der
gemeente Breda
agendanummer: 28
bijlagenr. 415
SD/8417344 Voorstel van burgemeester en
21-11-1984 wethouders over de subsidiever
ordening voor wijk- en buurt
organisaties.
In 1980 is de subsidieregeling wijkopbouworganen gewijzigd om
een aantal knelpunten te verlichten.
Door gewijzigde omstandigheden is het nu weer noodzakelijk
geworden om de subsidieregeling wijkopbouworganen te bezien.
De samenhang met andere voorzieningen ontbreekt.
Door de subsidiëring via de Stichting B.W.O.B. zijn er geen
duidelijke subsidiecriteria en kan de verantwoordelijkheid voor
de voortgangscontrole in strijd komen met de eigen taak van de
stichting op het gebied van het opbouwwerk. Ook op buurtniveau
kunnen hierdoor conflicten ontstaan.
Rechtspersoonlijkheid.
Uitgangspunten voor het beleid ten aanzien van buurtgericht
sociaal-cultureel werk zijn onder andere dat accommodaties en
activiteitensubsidies gezien worden als basisvoorwaarden voor
vrijwilligerswerk en dat beroepskrachten alleen worden ingezet
op plaatsen waar dit het hardste nodig is.
De subsidieregeling wijk- en buurtorganisaties wordt gezien als
een activiteitensubsidie voor vrijwilligersorganisaties
In vervolg op de herverdeling van de inzet van beroepskrachten
(Nota Plussen en Minnen) zal ook een plan worden ontwikkeld
voor afstemming van activiteitensubsidies.
In een nieuwe subsidieregeling voor wijk- en buurtorganisaties
zullen wij dan ook rekening moeten houden met bovenstaande ont
wikkelingen
Een wijk- of buurtorganisatie wordt volgens deze opvatting ge
zien als een zelfstandig optredende organisatie van belangen
behartiging van wijk- en buurtbewoners.
Dit houdt ook in dat deze organisaties eigen verantwoordelijk
heid dragen en om als zodanig aanspreekbaar te kunnen zijn,
rechtspersoonlijkheid moeten bezitten, waarbij de inbreng van
alle buurtbewoners gewaarborgd moet kunnen zijn.
Een aantal problemen, die zich recent hebben voorgedaan, kun
nen daarmee voorkomen worden.