bijlage nr. 415
Rechtstreekse subsidiëring.
De wijk- en buurtorganisaties moeten rechtstreeks gesubsidiëerd
gaan worden.
Immers, de relatie van buurtbewoners en hun zelfstandige orga
nisatie met het aan deze bewoners ten dienste staande opbouw
werk, strookt niet met de verantwoordelijkheid van hetzelfde
opbouwwerk voor het financieel functioneren van wijk- en buurt
organisaties
Ook in het kader van het gelijktrekken van subsidiestromen voor
activiteiten in buurten wordt voor rechtstreekse subsidiëring
gepleit analoog aan de subsidiëring van andere vrijwilligersor
ganisaties in de buurten.
Bij rechtstreekse subsidiëring is de gemeentelijke subsidie
verordening van kracht. Dit betekent dat de wijkorganisaties
zelf in beroep kunnen gaan tegen subsidiebeschikkingen. Ook
zijn randvoorwaarden als het indienen van een begroting en jaar
verslagen vastgelegd.
Subsidievoorwaarden
In de verordening zijn een aantal subsidievoorwaarden gesteld,
zodat voor de wijk- en buurtorganisaties duidelijk is in welke
situaties wel en in welke omstandigheden geen recht is op subsi
die
Tevens zijn de mogelijkheden van bezwaar maken aangegeven.
De belangrijkste voorwaarde is het doel van de organisatie name
lijk het bevorderen van leefbaarheid in het werkgebied in een
voortdurende wisselwerking met de bewoners en het fungeren als
gesprekspartner.
Het doel dient niet alleen in de statuten te zijn opgenomen,
maar ook toetsbaar te zijn in de werkplannen en de financiële
verslaglegging
Daarnaast dient naar ons oordeel de invloed van de bewoners op
het beleid en op de bestuurssamenstelling gewaarborgd te zijn.
Verdeelsleutel
Met de nota herwaardering buurtgericht sociaal-cultureel werk,
wordt getracht samenhang te brengen in de buurtgerichte voor
zieningen
De toeslagen in de subsidieregeling voor wijkopbouworganen wor
den volgens dezelfde methodiek bepaald en zijn op dezelfde
criteria en gegevens gebaseerd.
Toeslagen worden dus gegeven voor A- en B-buurten, voor renova
tie en stadsvernieuwing. Anders dan in de oude regeling zouden
deze toeslagen optelbaar moeten zijn (dus niet óf stadsver
nieuwingstoeslag óf B-buurttoeslag)
De A- of B-toeslag wordt berekend naar het aantal inwoners dat
volgens de gegevens in een A- of B-buurt woont.
De toeslag voor renovatie en stadsvernieuwing bestaat uit een
vast bedrag per project en is in het Meerjarenplan Stadsvernieu
wing opgenomen.
In de wijziging van 19 80 is een basisbedrag ingevoerd, omdat
alle opbouworganen vaste lasten hebben onafhankelijk van het
aantal inwoners in de buurt (zoals vergaderruimte, kosten werk
groep enzovoort