bijlage nr. 415 Gebleken is dat dit weliswaar een verbetering is geweest ten opzichte van de oude situatie, maar dat het basisbedrag toch te laag is in verhouding tot de variabele subsidie per inwoner. De peildatum voor een aantal inwoners wordt gekoppeld aan de vastgestelde datum van de subsidie-aanvraag (1 mei van het voorafgaande jaar) voor groeibuurten wordt met prognoses ge werkt Voorgesteld wordt om de beschikbare middelen volgens het Wel- zijnsplan en programma in 1985 als volgt te verdelen: basisbedrag voor elke organisatie: f 3-370,-- bedrag per duizend inwoners "koppengeld" f 490,-- A-buurttoeslag per duizend inwoners f 1.300,-- B-buurttoeslag per duizend inwoners f 600,-- In het Meerjarenplan Stadsvernieuwing is f 1.500,gereser veerd voor iedere wijk of buurt waar stadsvernieuwing, renova tie of groot-onderhoudsprojecten worden uitgevoerd. (Voor de uitwerking hiervan per wijk-buurtorganisatiezie bijlage). Omvang gebied. Het gebied waarvoor een bewonersorganisatie zich inzet mag niet te klein zijn. Dat zou een versnippering van middelen betekenen en kunnen leiden tot een tekort aan vrijwilligers. In sommige situaties kunnen wij hiervan afwijken, bijvoorbeeld bij geïsoleerd gelegen wijkje of historisch gegroeide situa ties. Als minimum aantal wordt in de verordening 3000 inwoners gege ven. Dit betekent dat een aantal nu reeds bestaande organisa ties ontheffing verleend zal moeten worden maar dat een ongun stige ontwikkeling in de toekomst beter gecontroleerd kan worden. Er moet gestreefd worden naar gebieden die door de bewoners zelf als hun eigen wijk of buurt ervaren wordt, waarvan de grenzen niet steeds kunnen veranderen. Advisering Het was een ongeschreven wet dat bij ontstaan van nieuwe wijk/ buurtorganisaties en bij conflicten het advies van de Stichting B.W.O.B. gevraagd werd. Bij rechtstreekse subsidiëring liggen de verantwoordelijkheden anders. Niettemin is er bij het parti culier initiatief veel kennis over de wijken en buurten, waar door in voorkomende gevallen toch het advies aan de Stichting B.W.O.B. en/of andere instellingen die in de betreffende buurt werkzaam zijn, waardevol kan zijn. Beroepskrachten Bij het loskoppelen van de wijk en buurtorganisatie van de Stichting B.W.O.B., ontstaat ook een andere relatie met opbouw werkers in de buurt. Bij de instelling van de eerste subsidie regeling voor wijkopbouworganen, waren er geen wijkorganisaties waar geen beroepskracht aanwezig was. Dat is nu wel het geval. De algemene beleidslijn dat wijk- en buurtorganisaties worden gezien als vrijwilligersorganisaties die basissubsidie ontvan gen, echter alleen in uitzonderlijke gevallen een beroep kun nen doen op beroepskrachten bevestigt deze situatie. - 3 -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1984 | | pagina 1798