bij bijlage nr. 415 A
geen overlap
ping werkge
bied
ontheffing
aantal in
woners
verstrekken
van inlich
tingen
advies BWOB en
anderen
beslissings
termijn
e. het werkgebied van een om erkenning verzoekende wijk-
of buurtorganisatie mag niet geheel of gedeeltelijk
samenvallen met dat van een, krachtens dit artikel,
reeds erkende wijk- of buurtorganisatie.
3. Burgemeester en wethouders kunnen, op een daartoe strekkend
gemotiveerd verzoek, ontheffing verlenen van de eis, genoemd
in het tweede lid, sub c.
4. De om erkenning verzoekende wijk- of buurtorganisatie ver
strekt desgevraagd aan burgemeester en wethouders alle
inlichtingen, die redelijkerwijs voor de beoordeling van het
verzoek om erkenning noodzakelijk kunnen worden geoordeeld.
5. Burgemeester en wethouders kunnen het verzoek om erkenning
voorleggen voor advies aan de Stichting Buurt- en Wijkopbouw-
werk te Breda, alsmede aan andere externe instanties.
6. Op een verzoek om erkenning wordt door burgemeester en wet
houders binnen drie maanden na ontvangst beslist.
erkenning voor 7. De erkenning als wijk- of buurtorganisatie wordt voor onbe-
onbepaalde tijd paalde tijd verleend.
intrekken
erkenning
vooraf
horen
berekening
maximaal be
schikbare sub
sidiebedrag
8. Burgemeester en wethouders kunnen een besluit tot het verlenen
van erkenning intrekken indien:
a. niet of niet langer meer wordt voldaan aan de in het tweede
lid genoemde kriteria;
9. Alvorens burgemeester en wethouders besluiten tot het intrek
ken van een besluit tot het verlenen van erkenning stellen
zij de betrokken wijk- of buurtorganisatie:
a. van het met redenen omklede voornemen daartoe in kennis;
b. in de gelegenheid om zich omtrent het onder sub a. bedoelde
voornemen te doen horen, op de door burgemeester en wet
houders te bepalen wijze.
Artikel 4
1. Voor de berekening van het maximaal per wijk- of buurt
organisatie toe te kennen subsidiebedrag worden de volgende
componenten gehanteerd:
a. een voor elke wijk- of buurtorganisatie gelijk zijnd
basisbedrag;
b. een bedrag per 1000 inwoners;
c. een toeslag per 1000 inwoners voor wijken of buurten met
achterstandskenmerken en/of waar stadsvernieuwing, renovatie
of groot-onderhoudsprojekten worden uitgevoerd.
- 2 -
b. aan de hand van het daadwerkelijk functioneren van de
wijk- of buurtorganisatie redelijkerwijs kan worden af
geleid dat de wijk- of buurtorganisatie niet of niet
langer meer kan worden geacht de in het tweede lid,
sub b., aangegeven doelstelling op een acceptabele wij
ze te verwezenlijken.