bij bijlage nr. 415 B Toelichting bij de subsidieregeling wijk- of buurtorganisaties Artikel 1 De "algemene" subsidieverordening, beter gezegd de "tijdelijke subsidie verordening sociaal-kultureel werk en emancipatieaktiviteiten"is van toepassing. De subsidieregeling wijk- of buurtorganisaties is slechts een aanvulling op die algemene subsidieverordening. Beide regelingen kunnen in wezen niet los van elkaar worden gezien. Om een totaal beeld te krijgen van: - rechten en verplichtingen - tijdstip indienen subsidieaanvraag - procedure behandeling subsidieaanvraag - systematiek voorlopige en definitieve subsidievaststelling - mogelijkheden om tegen beslissingen in beroep te gaan - financiële verslaglegging - enzovoorts, dienen beide regelingen naast elkaar te worden geraadpleegd. Artikel 3 le lid: tegen een besluit tot bijvoorbeeld het weigeren van erkenning is beroep mogelijk op de gemeenteraad. Voor nadere bijzonderheden daarover wordt kort heidshalve verwezen naar de algemene subsidieverordening. 2e lid: a. De wijk- of buurtorganisatie dient rechtspersoonlijkheid te bezitten. Dat kan in de vorm van een vereniging of stichting. b. Het is niet persé de bedoeling dat de onder sub b. geformuleerde doelstel lingen letterlijk in de statuten worden opgenomen. De hier genoemde elementen dienen echter wèl te worden "gedekt" door de in de statuten opgenomen doel stelling. Op welke wijze aan die voortdurende wisselwerking gestalte wordt gegeven, kan deels blijken uit de statuten, deels uit het werkplan dat bij de jaarlijkse subsidieaanvraag dient te worden gevoegd. Als aktiviteiten die met dit aspekt te maken hebben, kunnen bijvoorbeeld worden genoemd: het maken van en verspreiden van een buurtkrant, het houden van enquêtes, het organi seren van bijeenkomsten, het stimuleren van bewonersaktiviteitenhet stimule ren van bewoners die nog niet bij aktiviteiten betrokken zijn, enzovoorts. Het optreden als gesprekspartner is niet het exclusieve recht van de wijk- of buurtorganisatie. Individuele bewoners of groepen blijven, indien zij dat verkiezen, de mogelijkheid behouden om over zaken, de leefbaarheid van de woonomgeving betreffende, rechtstreeks kontakt op te nemen met het gemeente bestuur. c. In bijzondere gevallen kan ontheffing worden verleend van het vereiste inzake het minimum aantal inwoners, bijvoorbeeld bij een geïsoleerde ligging. De wijk of buurt dient als zodanig door de bewoners ervaren te worden en kan nadat het gebied eenmaal is vastgelegd, alleen nog in bijzondere situaties veranderd worden (b.v. groeiwijk, splitsingen). Voor in het verleden erkende organisaties met een kleiner inwoneraantal zal ontheffing verleend worden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1984 | | pagina 1804