bij bijlage nr. 415 B d. Bij de beoordeling of de inwoners voldoende invloed kunnen uitoefenen op het beleid en op de bestuurssamenstelling wordt het volgende onder meer in aanmerking genomen: - alle inwoners moeten stemrecht kunnen hebben op algemene vergaderingen d.w.z. dat bij de verenigingsvorm de drempel voor het lidmaatschap laag moet zijn, b.v. door geen contributie te heffen of een symbolisch bedrag te vragen; bij de stichtingsvorm behoren alle inwoners op openbare vergaderingen stemrecht te hebben - de agenda van de algemene vergaderingen moeten bijtijds aan alle in woners bekend zijn (b.v. in wijkkrant, aangeplakt in winkels en wijk centrum enz.) - besluiten van het bestuur moeten voor alle inwoners bekend kunnen zijn - het algemene bestuur moet zoveel mogelijk een afspiegeling zijn van het wijk/buurtgebeurend.w.z. dat verschillende sectoren, groepen van vrijwilligers, buurten en dergelijke vertegenwoordigd moeten zijn; bij de stichtingsvorm moet het algemeen bestuur op een openbare verga dering gekozen worden uit een bindende voordracht van de bewoners. Bij de beoordeling van de doelstellingen van de wijkorganisatie wordt gekeken naar de statuten, het werkplan en de financiële verslaglegging. e. Voor hetzelfde gebied kan dus maar één wijk- of buurtorganisatie subsidie ontvangen e en 9e lid: intrekking van een eenmaal verleende erkenning is een ver gaande maatregel, waarvan slechts in uitzonderlijke situaties gebruik zal en kan worden gemaakt. Het is bepaald niet zo, dat in een situatie, waarin de erkende wijk- of buurtorganisatie om wat voor reden dan ook het overleg met de gemeente opschort, onmiddellijk tot intrekking van de erkenning kan worden overgegaan omdat een van de statutaire doelstellingen niet langer meer wordt verwezenlijkt. In het gegeven voorbeeld kan de intrekkingsgrond pas aanwezig worden geacht indien de opschorting van het overleg een structu reel en duurzaam karakter gaat dragen. Tegen een besluit tot intrekking kan beroep worden ingesteld op de gemeenteraad. In het kader van de behande ling van zo'n beroepschrift zal de wijk- of buurtorganisatie worden gehoord door de desbetreffende functionele commissie. Tegen het door de raad te nemen besluit kan weer beroep worden ingesteld bij de Afdeling rechtspraak van de Raad van State, op grond van de Wet arob. Die arob-rechter gaat de plaats gevonden besluitvorming toetsen aan met name de algemene beginselen van behoorlijk bestuur, hetgeen er in de praktijk op neerkomt dat de rechter nagenoeg op de "stoel" van het gemeentebestuur gaat zitten. De rechtsbescherming is derhalve zeer compleet. Tóch is hieraan in lid 9 nog een element toegevoegd: de betrokken wijk- of buurtorganisatie dient vóóraf van het gemotiveerde voornemen tot intrekking in kennis te worden gesteld en te worden gehoord. Uit dit alles moge blijken dat intrekking van een verleende erkenning als een "ultimum remedium" moet worden beschouwd. Artikel 4 4.3- bij de afrekening wordt een eventueel foutieve prognose verrekend. Artikel 5 Ondersteuning: in de buurten die aangewezen zijn als buurten met achter- standskenmerken (A- en B-buurten) is beroepskracht beschikbaar. Afhankelijk van de vastgestelde buurtplannen kan een aantal uren voor opbouwwerk gere serveerd zijn.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1984 | | pagina 1805