bijlage nr. 48 B
Een hoog percentage met een eenmalige uitkering wordt aange
troffen bij huishoudens -waarbij het hoofd (c.q. de aanvrager)
jonger dan 30 jaar is: 16$, voor de eenoudergezinnen in de
zelfde omstandigheid bedraagt dat percentage zelfs plm. 80.
Geheel tegen de verwachting in, dat bejaarden een zwakke
inkomenspositie hebben, kan geconstateerd worden dat van
deze groep 11$ een eenmalige uitkering heeft ontvangen, een
percentage dat overeenkomt met dat voor alle bredase huis
houdens. "Voor de volledigheid wordt nog opgemerkt, dat twee
derde deel van de bejaarden, die de uitkering hebben ontvangen,
recht had op de volledige uitkering: de overige bejaarden
ontvingen een gekorte uitkering omdat hun inkomen het gestelde
minimum (licht) overschreed.
3.2. De spreiding van de bredase huishoudens, die eind 1982 voor
de genoemde uitkering in aanmerking kwamen, is over de diverse
buurten niet gelijkmatig: per buurt varieert het percentage
huishoudens met een minimum-inkomen van 5 tot 25.
In de nota "Sociaal-culturele verkenning van bredase buurten"
van de Sociografische dienst -die onlangs is verschenen- is
aan deze spreiding over c.q. concentratie binnen de buurten
nadere aandacht geschonken.
3.3. Het bovenstaande geeft een indruk van de inkomenspositie van
de huishoudens in Breda: 1 op de 9 huishoudens heeft een minimum
inkomen; daarbij is het duidelijk geworden dat eenoudergezinnen
een zeer zwakke inkomenspositie hebben en dat 1 op de 6 alleen-
i
staanden van een minimum-inkomen moet rondkomen; daarentegen
wijkt de inkomenspositie van de bejaarden niet af van de rest
van de bredase huishoudens
3.4. Bij de woonlastenproblematiek gaat het -zoals al eerder is gezegd-
om de relatie inkomen/woonlasten.
De werkgroep Woonlasten van de F.N.V.afdeling Breda, heeft in
mei 1982 onder haar leden een enquete gehouden naar de woon
lastenproblematiek; aangezien de respons op deze -schriftelijke-
enquete laag was, mag aan de resultaten hoogstens een indicatieve
waarde worden toegekend.
Het valt bij de resultaten op dat de woonlastenquoten voor de
bredase F.IT.Y-leden veel gelijkenis vertonen met de uitkomsten
van landelijk onderzoek (F.N.V/Konsumenten Kontakt). De laagste
-6-