bijlage nr. 48 B "inkomensprijzen"ons als systeem niet toepasbaar lijkt omdat ons de mogelijkheden ontbreken om tot een duidelijk zicht op de Individuele inkomenspositie te geraken, terwijl daarnaast nog andere factoren dan het inkomen aan de orde zouden moeten komen, zoals de mate van isolatie van de woning en het concrete verbruiksgedrag Een -onder omstandigheden beperkt- deel van de woonlasten wordt gevormd door de verplichting, om bij het sluiten van de huurover eenkomst een zgn. waarborgsom te storten, welke waarborgsom boven dien niet rentedragend in de richting van de huurder is. Deze waarborgsom wordt meestal vastgesteld op het bedrag, over eenkomende met een maand huur en heeft ten doel aan de verhuurder zekerheid te verschaffen ten aanzien van de verhaalbaarheid van eventuele schade aan het gehuurde, door de huurder veroorzaakt, en van een eventuele achterstand in de betaling van de huurpen ningen. Op zich achten wij het instituut van de waarborgsom voldoende gefundeerd, minder achten wij dit het geval ten aanzien van de rente die de verhuurder op de gestorte waarborgsom kweekt, al wordt hier het argument wel gehanteerd, dat deze rente dient (kan dienen) voor het afdekken van het verschil dat gaandeweg ontstaat als gevolg van huurstijgingen en stijgende kosten van herstel van eventuele schade. Momenteel vindt overleg plaats tussen het Woningbedrijf en de plaatselijk opererende corporaties om tot een eensluidende standpuntbepaling ten aanzien van het instituut en de hoogte van de waarborgsom en de daarover gekweekte rente te komen. Wij zijn bereid om -ter bereiking van de gewenste uniformiteit in aanpak- de resultaten van dat overleg af te wachten; wij zijn daarbij wel van mening, dat de jaarlijkse restitutie van de op de waarborgsommen gekweekte rente, gezien de daaraan verbonden steeds terugkerende administratieve rompslomp, geen zinvolle zaak is (op een totaal van gestorte waarborgsommen bij het Woning bedrijf van plm. 1,2 milj. met een jaarlijkse renteopbrengst van plm. 100.000,zou dit bij ongeveer 8.000 woningen een bedrag per geval van gemiddeld 12,50 uitmaken, dit dan zonder aftrek van de relatief omvangrijke kosten)Onze gedachten gaan derhalve meer uit naar een terugbrengen van de omvang van de waarborgsom tot een halve maandhuur: dit zou dus neerkomen op -11-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1984 | | pagina 192