bijl.nr. 52
- de uitgifteprijzen en de verkoopvoorwaarden
besluit A.II.5, sub a en b en A.II.6, sub c);
- de erfpachts- en opstalvoorwaarden (ontwerp-b
B II9sub d);
- het aanschafprogramma ontwerp-besluit A.II.1
en g)
- de tarieven en voorwaarden (ontwerp-besluit B
c)
- het investeringsprogramma (ontwerp-besluit C.
en e
Door de hier bedoelde eerdere besluitvorming van de raad
wordt inhoud gegeven aan het uitgangspunt, dat de raad de
hoofdlijnen van het beleid vaststelt. Binnen deze hoofd
lijnen, zoals bijvoorbeeld het aankoopprogramma, beslis
sen vervolgens burgemeester en wethouders tot het aangaan
van de betreffende rechtshandeling. Bovendien dient
hierbij bedacht te worden, dat de raad in verschillende
gevallen ook reeds uit andere hoofde bij het onderwerp
waarop de transactie betrekking heeft, is betrokken.
Te denken is hierbij onder meer aan het vaststellen van
de bestemming van gronden en opstallen via het bestem
mingsplan of van de exploitatie-opzet voor een dergelijk
plan. De gedelegeerde bevoegdheid heeft feitelijk alleen
betrekking op de (grond-)transactie. Met betrekking tot
het investeringsprogramma wordt nog opgemerkt, dat een
dergelijk programma is voo-rzien binnen de nieuwe compta-
biliteitsvoorschriftenzoals die per 1 januari 1985 in
werking zullen treden. Door dit programma nu reeds in de
aan de orde zijnde delegatiebesluiten op te nemen, wordt
hiermede derhalve op die situatie vooruitgelopen. Het
spreekt hierbij voor zichzelf, dat voor het bepalen van
de omvang van de bevoegdheden in deze van burgemeester en
wethouders de in die eerdere besluitvorming neergelegde
ruimte en begrenzingen, maatgevend zullen zijn;
in de ontwerp-besluiten is - voor zover nodig - steeds
het uitgangspunt terug te vinden, dat de financiering van
de met de besluiten samenhangende uitgaven moet zijn
verzekerd
Hiermede wordt tegemoet gekomen aan de eis, dat het aan
de raad is om te regelen hetgeen de geldmiddelen van de
gemeente aangaat. In dit verband wordt ook verwezen naar
hetgeen hiervoor is vermeld omtrent het budgetrecht van
de raad. Bovendien past hierbij de opmerking, dat de raad
derhalve ook steeds via deze financiële invalshoek bij de
aan te gane rechtshandeling is betrokken;
er is in een aantal gevallen een "knip" aangebracht als
begrenzing van de gevallen waarin wél en waarin niet
vooraf een positieve instemming van de functionele raads
commissie is vereist; in een aantal gevallen is in het
ontwerp-
esluit
0sub d
.11.2, sub
1sub b
- 6 -