-3-
bijl.nr. 79
3. OVERGANGSRECHT
Het ligt in de bedoeling, dat de nieuwe Wet gemeenschappelijke
regelingen per 1 januari 1985 in werking zal kunnen treden.
Volgens het wetsontwerp zullen alle geldende gemeenschappelijke
regelingen binnen vijf jaar na het in werking treden van de
wet van rechtswege zijn opgeheven, tenzij zij voordien, maar
dan voor zoveel nodig aangepast aan de nieuwe wet, opnieuw
zijn vastgesteld en gesanctioneerd.
4. SAMENWERKINGSGEBIEDEN
Het ontwerp van de nieuwe Wet gemeenschappelijke regelingen,
bepaalt, dat provinciale staten hun provincie indelen in samen
werkingsgebieden. Gedeputeerde staten plegen bij de voorberei
dingen van deze indeling onder meer overleg met alle gemeente
besturen in de provincie. Deze indeling geldt voor een periode
van telkens tien jaar, maar kan tussentijds worden gewijzigd.
Het oogmerk van deze indeling is hierin gelegen, dat deze de
gemeentebesturen strekt tot richtlijn voor het treffen van
een regeling. Een besluit tot het treffen van een gemeenschap
pelijke regeling, waarbij wordt afgeweken van deze gebiedsin
deling, dient met redenen te worden omkleed. Aan zo'n regeling
zullen gedeputeerde staten alleen goedkeuring verlenen, indien
in verband met de aard van het te behartigen belang of belangen
of in verband met de schaal waarop deze belangen behartigd moe
ten worden, afwijking van die indeling bijzonder is aangewezen.
Deze gebiedsindeling geldt in beginsel voor alle beleidsterrei
nen waarop de gemeenten in de toekomst wensen samen te werken.
5. VOORBEREIDINGEN INDELING SAMENWERKINGSGEBIEDEN
Vooruitlopend op de parlementaire behandeling van het wetsont
werp heeft de minister van binnenlandse zaken bij brief van 21
januari 1983* aan de provinciale besturen gevraagd om de nodige
maatregelen te nemen ter voorbereiding van die gebiedsindeling.
De minister heeft bij brief van 20 juli 1983* zijn verzoek
nader toegelicht en daarbij tevens gevraagd om de conceptinde
ling uiterlijk 1 december 1983 aan hem toe te zenden.
Gedeputeerde staten delen bij brief van 27 september 1983* aan
onder meer de gemeentebesturen mede, de in genoemde brieven
van de minister neergelegde beleidsopvattingen ten volle te
ondersteunen.