bijl.nr. 81 Ad 2 Tevens dient een relatie te worden gelegd tussen de aanpak van de woningen en de verbeteringen aan de Baronielaan zelf waarvoor recentelijk enkele alternatieven zijn opgesteld. Ad 3 Tenslotte kan de aanpak van de panden Baronielaan 188 t/m 212 niet los worden gezien van wat er met de aangrenzende panden moet gebeuren. Voorkomen moet worden dat de besluitvorming frag mentarisch plaatsvindt en onderlinge samenhang te weinig aan dacht krijgt. Ad 4 Derhalve zijn wij van mening dat de situatie ter plaatse van nu af aan als "brandhaard" in het stadsvernieuwingsproces con creet moet worden aangepakt. Nadere voorstellen omtrent de "totale" aanpak dienen spoedig opgesteld te worden. In afwachting daarvan is een definitieve beantwoording van Uw vragen niet mogelijk. Bedoelde voorstellen zullen echter wel de door U verlangde duidelijkheid geven. Terzijde merken wij op dat voor zover aan de panden gebreken worden geconstateerd die gevaar voor de bewoners kunnen opleve ren, de minimaal noodzakelijke voorzieningen worden getroffen. Wij nemen aan U hiermee voor dit moment voldoende te hebben geïnformeerd. VRAAG (d.d. 3-10-1983 gesteld ing. art. 48, 2e lid, R.v.O.) De heer J. de Werd 1. Wat is het oordeel van Uw college over de calculatie van het Stadsgewest in relatie tot de calculatie van de Grontmij N.V. Bij deze vraag verwacht ik uitdrukkelijk een reactie Uwer zijds, die ingaat op de inhoudelijke aspecten van de calcula tie van het Stadsgewest; aan een formele benadering heeft onze fractie, gezien het gemeentelijk belang in deze zaak, geen enkele behoefte. 2. Welke afspraken zijn er tussen Uw college en de Grontmij N.V. gemaakt over de rente over ten onrechte teveel betaalde storttarieven (ter illustratie zij opgemerkt, dat het moge lijk teveel betaalde thans reeds bijna 1,3 miljoen zou kun nen bedragen, waarover alleen al de gederfde rente op om streeks 55.000,geschat kan worden)? 3. Is Uw college met mij van mening, dat het overeengekomen tarief van 28,60/ton (exclusief b.t.w.) in het licht van de redelijkheid van de calculatie van het Stadsgewest, der mate gespeend is van enige vorm van redelijke berekening van dit tarief door de Grontmij N.V.dat bedoeld tarief met on middellijke ingang en eenzijdig door Uw college teruggebracht zou moeten worden, bijv. tot de helft van het thans geldende tarief, in afwachting van het bereiken van een redelijk te noemen tariefstelling? - 2 -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1984 | | pagina 323