- 3 - bijl.nr. 81 Indien nee, welke belangen acht U dan groter dan de belangen van de Bredase burgers, die deze tarieven tenslotte moeten betalen? 4. Op welke wijze is Uw college van plan om het teveel betaalde tarief uiteindelijk te verrekenen met de Bredase burgers, die via de heffing voor de reinigingsrechten de rekening ten onrechte gepresenteerd hebben gekregen? 5. Is Uw college met mij van mening, dat het enorme verschil tussen beide eerder genoemde calculaties, alsmede de eerder door onze fractie gesignaleerde redelijkheid van de calcula tie van het Stadsgewest, niet tot de logische conclusie moet leiden, dat de ambtelijke toetsing van de calculatie van de Grontmij N.V.door Uw college tegenover de gemeenteraad ver dedigd, als onvoldoende onderbouwd beschouwd moet worden? Indien nee, welke nadere informatie heeft Uw college dan toen precies ontvangen, behoudens de nu ter visie gelegde calcu latie van de Grontmij? En verder, indien nee, betekent dit dan, dat Uw college der halve de calculatie van het Stadsgewest als onjuist, dan wel onredelijk, beschouwt en die van de Grontmij N.V. als juist, dan wel redelijk? 6. Kan Uw college aangeven welke acties er van de zijde van Uw college ondernomen zijn om de door de gemeenteraad op 26 januari 1982 aangenomen motie met betrekking tot de vuilstort Bavel/Dorst, ten uitvoer te brengen, puntsgewijs gespecifi ceerd volgens de tekst van voornoemde motie? ANTWOORD Onze contractuele positie t.a.v. de Grontmij N.V. ter zake van de verwerking van afvalstoffen is U bekend, gezien het feit dat wij tussentijds een afschrift van bedoeld contract hebben toe gezonden. Ter zake van de tariefstelling van de verwerking van de afvalstoffen door de Grontmij N.V. m.n. wat betreft de her ijking ervan hebben wij het Stadsgewest opgedragen namens ons hierover te onderhandelen met de Grontmij N.V. Een definitieve herijking van de tarieven is ons (nog) niet bekend, wel een "voorlopige". Deze "voorlopige" tariefstelling wijst uit dat er sprake is van een verlaging en het teveel betaalde kan worden terugbetaald. Wat betreft de procedurele en de inhoudelijke behandeling van de zaak het navolgende. Na besluitvorming door ons college over voorgaande zal de com missie Middelen en Milieu om advies worden gevraagd alvorens de raad een besluit neemt. Bij deze commissiebehandeling zal mogelijk het Stadsgewest worden betrokken. De h.u.g. 2e ronde speelt voorts bij de pro blematiek van de tariefstelling Bavel/Dorst een rol i.v.m. het feit dat mogelijk taakstellende bezuinigingen voor de milieu dienst hieruit gehaald moeten worden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1984 | | pagina 324