bijl.nr. 81 Besluitvorming door ons college over dit laatste gebaseerd op de "voorlopige" herijking van de tariefstelling zal binnenkort plaatsvinden. Gezien het vorenstaande zal het U duidelijk zijn dat wij (nog) niet in staat zijn Uw vragen ex artikel 48 R.v.O. d.d. 3 oktober jl. inzake de tarieven stortrecht Bavel/Dorst inhoudelijk te beantwoorden Wij zullen U wanneer aan de voorwaarden van de noodzakelijke besluitvorming verbandhoudend met deze problematiek is voldaan, zo snel mogelijk nader informeren. VRAAG (d.d. 28-10-1983 gesteld ing. art. 48, 2e lid, R.v.O.) De heer J. Hofsté Met genoegen hebben wij kennis genomen van de oprichting van de Stichting Sportservicebureau Breda. Wij menen dat dit een goed initiatief is. De presentatie van de Stichting Sportservicebureau Breda is geschied onder andere door een folder, die vergezeld ging van een vragenlijst. De vragenlijst roept bij ons wel enkele vragen op Er wordt gesproken over mogelijke hulp in de toekomst bij het verzorgen van drukwerk (clubblad, folders, posters, etc.). Bij het van gemeentewege opzetten van drukkerij-activiteiten, dan wel daaraan medewerking verlenen, heeft het C.D.A. zich kritisch opgesteld. Dit gold zowel bij de plannen in het kader van het gemeente lijk informatiecentrum, als wel de opzet van een welzijnsdrukke- rij van het J.J.C. en B.W.O.B. met mogelijke gemeentelijke mede werking. Met name de vraag naar de concurrentievervalsing is daarbij actueel. Is het college bekend met de intenties van het Sportservice bureau in deze? Zijn hiermee gemeentelijke financiën gemoeid? Is het college met ons van mening dat activiteiten waaraan van gemeentewege direct of indirect medewerking wordt verleend op elkaar moeten worden afgestemd en dat concurrentievervalsing moet worden tegengegaan? ANTWOORD Ad 1 Het is U ongetwijfeld bekend dat er onzerzijds genomen om te komen tot een Sportservicebureau steuning van het vrijwillig kader in de sport. initiatieven zijn Breda ter onder- 4 -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1984 | | pagina 325