d. Door de beëindiging van zijn raadslidmaatschap heeft de heer Dammer voorts automatisch opgehouden lid te zijn van het algemeen bestuur van het Centrum voor automatisering Breda-TilburgTer voorziening in de aldus ontstane vacature dient U uit Uw midden een lid aan te wijzen. Het bestuur van de P.v.d.A.-fractie heeft te kennen gegeven dat men graag het nieuwe raadslid J.W.H.M. de Hoogh aangewezen zou willen zien. e. Door het vertrek van de heer Dammer is eveneens een vacature ontstaan als plaatsvervangend lid van de Stadsge- westraad van het Stadsgewest Breda. Het bestuur van de P.v.d.A.-fractie verzoekt om mevrouw C. Pellis aan te wij zen als plaatsvervangend lid. Het bestuur verzoekt voorts om de aanwijzing van de heer H.A. Martens als lid van de Stadsgewestraad tussentijds te beëindigen, en voor hem in de plaats het raadslid J.W.H.M. de Hoogh aan te wijzen. f. Tenslotte maakte de heer Dammer deel uit van het bestuur van de Stichting Breda's Studiefonds. Hij was een van de twee leden, die door U uit Uw midden tot lid van dit bestuur werden aangewezen. Aan dit bestuurslidmaatschap is door de beëindiging van het raadslidmaatschap automa tisch een eind gekomen. U dient tot aanwijzing van een nieuw bestuurslid - uit Uw midden - over te gaan. Het bestuur van de P.v.d.A.-fractie heeft verzocht om mevrouw E.W. Rattink aan te wijzen. Wij stellen U voor om de ter zake noodzakelijke besluiten te nemen. Ontwerp-besluiten zijn bijgevoegd. Gelet op de aard van dit voorstel hebben wij het niet nodig geoordeeld om dit voor te leggen aan de commissie Algemene Zaken. Burgemeester en wethouders van Breda, Van Dun loco-burgemeester. Van den Dam secretaris. ligt ter visie. V - 2 -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1984 | | pagina 331