2
blad nr.
bijlage nr.
89
Woning Academiesingel 35a
- alvorens de wanden van de borstwering en de achtergevel aan de binnen
zijde te laten beplaten wordt voorgesteld eerst de vochtigheid te
bestrijden en daarna eventueel te beplaten.
Appellant verzoekt voorts:
- de aanschrijving in de gedane vorm ongedaan te maken;
- te bepalen dat de nodige voorzieningen in overleg met de bewoners en in
eigen beheer worden uitgevoerd op de door appellant voorgestelde wijze;
- de termijn waarbinnen de voorzieningen gerealiseerd dienen te worden te
verlengen tot 1 januari 1985.
Uit nadere informatie, ingewonnen bij de bewoners, is gebleken, dat zij
inderdaad geen behoefte hebben aan het treffen van de voorgeschreven
voorzieningen.
De bemerking, dat de aanschrijving plotseling en zonder overleg met de
bewoners is geschied, is niet juist.
In het kader van de stadsvernieuwing is op 9 maart 1982 aan de bewoners van
het pand een rapport betreffende de bouwkundige kwaliteit van het pand toe
gezonden. Hen is verzocht om, indien zij het met de inhoud van dit rapport
niet eens waren, dit kenbaar te maken. Er is geen reactie ontvangen.
Op 29 april 1982 is ditzelfde rapport toegezonden aan de heer Emmen. Ook
hij heeft hierop niet gereageerd.
Op 26 juli 1983 is de heer Emmen verzocht contact op te nemen met de
afdeling bouw- en woningtoezicht van de dienst van openbare werken. Ook nu
is er niet gereageerd.
Wat de voorgeschreven voorzieningen betreft het volgende.
De uitbouw is vochtig doordat de 1-steens buitenmuren vocht doorlaten, doch
hoofdzakelijk door het ontbreken van een trasraam, dat optrekkend grond
vocht zou moeten voorkomen.
Het aanbrengen van een voorziening om optrekkend grondvocht te voorkomen is
zeer kostbaar en derhalve gezien het gebruik van de uitbouw niet aan te
bevelen.
Een goede ventilatie zou zeer zeker zijn aan te raden ter bestrijding van
de vochtigheid.
Beweegbare ramen zouden een oplossing kunnen zijn.
Indien de uitbouw echter alleen gebruikt wordt voor bergingsdoeleinden,
kunnen ons inziens de voorgeschreven voorzieningen achterwege blijven.
Wel dienen de kozijnen, ramen en deuren van de uitbouw, zoals gesteld onder
punt 5 van de lijst betreffende gebreken en herstellingen Academiesingel
35, te worden hersteld.
Wat de vaste badgelegenheid betreft behoeven de bewoners het aanbrengen
daarvan niet te gedogen indien zij daaraan geen behoefte hebben. Deze
voorziening zou dan eveneens achterwege kunnen blijven.
Voor het overige van de in de aanschrijving voorgeschreven voorzieningen
zijn wij van mening, dat deze wel getroffen moeten worden door de heer
Emmen als eigenaar van het onderhavige pand.