-2- bijl.nr. 109 b. andere motieven Zoals hierboven gesteld achten wij inpassing van de B.R.O. mogelijk, dit op basis van een eerdere opgave van de B.R.O. ten aanzien van het gebruik van het gebouw. Hoewel zowel de buurcomitê's als de B.R.O. zullen moeten inschikken, achten wij dit eigenlijk als vanzelfsprekend met name gezien de onder a genoemde motieven. Voorts is het niet mogelijk gebleken de B.R.O. te herhuisvesten daar de B.R.O. haar eisen tot op heden niet in overeenstemming heeft weten te brengen met haar financiële mogelijkheden. Implicaties Indien een oplossing wordt gevonden tussen de B.R.O. en de buurtcomité's zal een en ander verwerkt worden in het huurcontract tussen de gemeente en de buurtverenigingen. Wij opteren hierbij voor een periode van tenminste twee jaar. Overigens zal een eventuele regeling nog verder uit onderhandeld moeten worden. Daarbij blijft dan de huurachterstand overeind die de B.R.O. de laatste jaren heeft opgebouwd Gezien de samenhang van deze huurachterstand met de subsidieverzoeken van de B.R.O. menen wij dat indien tot een schikking wordt gekomen de kwestie van de huurachterstand eerst later aan de orde dient te komen. Tijdens de onderhandelingen met de B.R.O. is gesproken over een vergoeding van de door hen betaalde inrichtingskosten groot f 30.000, Wij menen dat in het kader van behoorlijk bestuur c.q. redelijkheid en billijkheid dit bedrag ongeacht de uitslag van een en ander gehandhaafd dient te blijven. Wel dient de betaling onzes inziens mee te spelen in de latere besluitvorming rond de achterstallige huur, waarbij compensatie niet voorhands van de hand moet worden gewezen. Alsdan zal eventueel hiervoor ook dekking worden overgegeven. Indien niet tot een schikking wordt gekomen zal onzes inziens tot een gedwon gen ontruiming moeten worden overgegaan. Hoewel een executoiriale titel tot ontruiming voorhanden is, staat de moge lijkheid van een kort geding open en wellicht een gang naar de administratieve rechter. Wij menen dat in dit licht de vernietiging van de afdeling rechtspraak van de weigering tot subsidie thans aan de orde dient te komen. Overigens is zulks al verplicht op grond van het bepaalde in artikel 73 van de Wet op de Raad van State. In zijn uitspraak van 23 september 1983 heeft de afdeling rechtspraak uw beschikking tot weigering van de subsidieverzoeken van de Bredasche Radio Omroep vernietigd. Als motivering hiervoor voert de afdeling aan, dat de weigering onvoldoende gemotiveerd is, terwijl eveneens het vertrouwensbeginsel is geschonden, door geen onderzoek in te stellen naar de eventueel door de gemeente gewekte indruk, dat de gemeente in lengte van dagen voor de huisvesting van de B.R.O. zou zorgdragen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1984 | | pagina 434