-5- bijl.nr. 109 De bovenbedoelde motieven handelen met name over het subsidieverzoek tot aan de datum van de al dan niet vrijwillige ontruiming en beloopt het bedrag van de huurachterstand. Voor de toekomst menen wij dat deze zelfde motieven gelden waarbij voorts dan geldt dat de B.R.O. na ontruiming redelijkerwijs geen belang meer heeft bij subsidie, dit mede gezien het feit een voor alle partijen aanvaardbare oplossing in zicht is. Conclusies en aanbevelingen. 1. Gezien het bovenstaande stellen wij u voor zulks door vaststelling van bijgaand concept raadsbesluit I, de subsidieverzoeken van de B.R.O. wederom te weigeren op grond van bovenstaande motieven. 2. In te stemmen met de door ons omschreven voorstel om tot een oplossing te komen van de huisvestingsproblematiek van de B.R.O.. 3. Bij weigering van de B.R.O. of het afbreken van de onderhandelingen over te gaan tot ontruiming, onder afwijzing van het voorstel van de B.R.O. 4. Vooralsnog geen besluit te nemen rond de invordering van de achterstal lige huur. 5. Een bedrag van 30.000,beschikbaar te stellen voor vergoeding van inrichtingskosten. Ten aanzien van betaling ware dit te koppelen aan het besluit onder 4, hetgeen compensatie zou impliceren. De besluiten 2 t/m 5 waren vast te stellen overeenkomstig het geformuleerde in besluit II. De resultaten beraadslagingen van de commissies wonen en welzijn II zullen voor U ter visie worden gelegd. Burgemeester en wethouders van Breda, Van Dun loco-burgemeester Van den Dam secretaris De relevante stukken liggen ter visie.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1984 | | pagina 437