aan de raad der
gemeente Breda
J
agendanummer: 18
bijlagenr.114
CP/8401663
7 maart 1984
Voorstel van burgemeester en wet
houders van Breda t.a.v. de
lokatie van woningbouw in de
komende jaren.
4 I
1 Inleiding
Gedurende de periode eind 1982 tot eind 1983 is langdurig
overleg gepleegd over de vraag welke aantallen woningen in
Breda tot 1990 gerealiseerd zouden kunnen worden en waar bij
voorkeur deze nieuw te bouwen woningen gerealiseerd zouden
moeten worden. Uitgaande van het regeerakkoord zijn in 1982
inschattingen gemaakt van sterk verlaagde aantallen
gesubsidieerde woningen. Al snel werd duidelijk dat op grond
van deze lage aantallen gesubsidieerde woningen en op grond van
de eveneens ingezakte vrije sector bouw grote problemen zouden
ontstaan bij het realiseren van nieuwbouw in de Haagse Beemden,
binnenstad/stadsvernieuwing en overige wijken.
Zoals uit de ter visie gelegde stukken blijkt, zijn inschattin
gen gemaakt van de financiële consequenties die het gevolg
zouden zijn van een gefaseerde uitbouw van de Haagse Beemden
en/of een gefaseerde bouw van nieuwe woningen in de
binnenstad/stadsvernieuwing. Deze consequenties beliepen
bedragen van enige tientallen miljoenen en vormden een groot
risico op de achtergrond van de begrotingsbesprekingen.
Intussen is een aantal zaken duidelijk geworden en is de reali
teitswaarde van de minimale modellen, welke in 1982 en 1983
bestudeerd zijn aanzienlijk minder groot geworden. Hoewel tot
op dit moment nog steeds geen definitief inzicht in essentiële
gegevens voor handen is, achten wij het toch noodzakelijk U te
informeren over de consequenties van de nu al bekende gegevens
voor het in Breda te voeren beleid t.a.v. nieuwbouw.
2Geactualiseerde samenvatting van de notities welke met
betrekking tot de lokatiekeuze zijn opgesteld
2.1. Nadere uitwerking van de eerder samengestelde notities
(welke ter visie liggen) is mogelijk c.q. noodzakelijk
geworden op basis van sinds die tijd bekend geworden
gegevens betreffende groeistadtaakkontingentenlokatie-
subsidie e.d.
Ter voorkoming van misverstanden zij opgemerkt, dat de in
voorafgaande notities, op basis van berekeningen gesigna
leerde trends en indicaties ten aanzien van de financiële
gevolgen, onverminderd van kracht zijn en derhalve ook de
basis vormen voor deze nadere uitwerking.
