In de hoorzitting heeft de vereniging aangegeven, dat ook vóór 1981 op de installatie werd afgeschreven. De daardoor opgebouwde reserve is echter voor andere doel einden gebruikt. Uiteraard staat het de vereniging vrij gevormde reserves naar eigen bevinden aan te wenden. Wij achten het echter niet juist eventuele problemen, die mede het gevolg zijn van dit beleid op anderen af te wentelen. De vereniging heeft voorts betoogd, dat zij in de komende vijf jaren geconfronteerd zal worden met een extra rentelast. Wij zijn van mening, dat ook deze redenering niet juist is, althans geen recht doet aan de in de tarieven begrepen verla ging. Deze "korting" is immers vastgesteld op grond van de kapitaallasten (rente en afschrijving) van de installaties. Ter compensatie van de te betalen rente betaalt de vereniging - evenals de overige veldsportverenigingen - een verlaagd tarief voor de accommodatie. Wij vinden in de in beroep aangevoerde argumenten geen reden de beschikking te herzien, zodat wij Uw raad voorstellen het beroep ongegrond te verklaren. Burgemeester en wethouders van Breda, Van Dun loco-burgemeester. Van den Dam secretaris. - 2 - bijl.nr. 123

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1984 | | pagina 492