Bijlage bij voorstel van burge
meester en wethouders tot vast
stelling van de winstuitkering
van het energie- en waterbedrijf
1985-1987.
Nota inzake de winstcapaciteit enwa
1De winstbepalings- en winstbestemmingsproblematiek van het
energie- en waterbedrijf is meerdere malen onderwerp van
gesprek geweest binnen de gemeente.
Aanleiding hiertoe was een door het energie- en water
bedrijf bepleitte herziening van de winstuitkering, waarbij
de nadruk zou moeten liggen op een winstuitkering op be
drijfseconomische basis.
Hierbij is mede ter sprake gekomen of er argumenten zijn
om tot een beredeneerde afweging tussen uit te keren en
te reserveren winst te komen.
Allereerst zal in het kort worden stilgestaan bij een be
drijfseconomische benadering van dit aspect, waarna de struc
turele winstuitkering voor de komende jaren zal worden aange
geven
Bij de begrotingsbehandeling 1984 is door het college aan de
raad over deze materie een voorstel toegezegd, waarbij be
stemming van aanwezige en toekomstige overwinsten zou worden
betrokken.
2. Voor een goed begrip dient onderscheid gemaakt te worden tus
sen winstbepaling en winstbestemming
Het bepalen van de winst voltrekt zich in de exploitatie
sfeer als resultaat van opbrengsten (baten) minus kosten
(lasten)
Het bestemmen van winst is een vermogenskwestie.
Volgens de huidige bedrijfseconomische opvattingen dient bij
de (periodieke) winstbepaling rekening gehouden te worden
met de wijze waarop de betreffende produktiemiddelen zijn ge
financierd
In het geval de financiering met eigen vermogen heeft plaats
gevonden, dient een vermogenstoeneming door waardestijging
van kapitaalgoederen voor de instandhouding van het bedrijf,
in verband met de noodzaak van vervanging van produktie-
middelen, aan het bedrijf te worden gebonden.
Van (vrij uitkeerbare) winst is in zoverre geen sprake.
Een andere situatie ontstaat wanneer financiering met vreemd
vermogen heeft plaatsgevonden, zoals dit het geval is bij de
financiering van produktiemiddelen van het energie- en water
bedrijf.
Alsdan is er geen aanleiding om een vermogensaccres aan het
bedrijf te binden. Tegenover de gestegen Waarde van de pro
duktiemiddelen staat een nominale verplichting van vreemd
vermogen. Bij vervanging kan opnieuw worden geleend tot de
dan benodigde bedragen. Een vermogensoverschot (lees: winst)
bij bijl.nr. 127 II