bij bijl.nr. 127 II is in dit geval vrij uitkeerbaar zonder de continuïteit van het bedrijf te schaden. Bij de bepaling van de winst die voor uitkering vatbaar is dient men zich te richten naar de instandhouding als dienst verlenend bedrijf, niet meer en niet minder. Het energie- en waterbedrijf wordt met 100% vreemd vermogen gefinancierd (kapitaalverstrekking leningsdienst op basis van omslag rente) Gezien de opzet en structuur en plaats van het enwa binnen de gemeentelijke organisatie hier ter stede (tak van dienst ex art. 252) is er geen behoefte aan wijziging van de ver mogensstructuur van het bedrijf, met andere woorden vermo gensvorming door het bedrijf dient uitgesloten te worden. Een gevolg daarvan is ook dat afschrijving naar vervangings waarde op basis van bedrijfseconomische gronden niet voor ligt, aangezien de inflatie op de geldgever wordt afgewen teld en dit dus voor de instandhouding van het bedrijf niet nodig is. Uit het voorgaande volgt dat de winst van het energie- en waterbedrijf, eenmaal bepaald (zowel voor- als nacalcula- torisch)vrij voor uitkering vatbaar is. De beleidslijn dient daarbij gevolgd te worden dat deze middelen in principe ten goede komen aan de algemene mid delen van de gemeente, van waar uit op basis van priori teitenstelling bestemming daarvan kan plaatsvinden. Vanwege het feit dat overheidsbedrijven in een bijzondere positie verkeren (o.a. op het punt van de kapitaalverstrek king), is reservering voor allerlei denkbare risico's door deze bedrijven niet persé noodzakelijk. In dit verband kan volstaan worden om één algemene reserve als risicofonds bij de algemene dienst te hanteren. Voor de bepaling van de winstcapaciteit enwa zijn relevant de exploitatieresultaten van gas, elektriciteit en water. De kosten van uitbreidingen (investeringen) en werken voor derden worden gedekt door opbrengsten, de kosten van straat verlichting worden ten laste van de algemene middelen gebracht, terwijl de (vooralsnog regatieve) resultaten van het stadsverwarmingsbedrijf worden geactiveerd. Gestreefd dient te worden naar een zo hoog mogelijk rende ment, zowel maatschappelijk als economisch, van binnen het bedrijf aanwezige financiële middelen. Het maatschappelijk rendement voltrekt zich binnen de dienst verlenende taakstelling van het bedrijf. Het economisch rendement is gezien de extern gegeven tarieven zowel qua inkoop als verkoop van de produkten nage noeg alleen beïnvloedbaar door minimalisering van de kosten. In het kader van deze nota zijn de kostenverhoudingen van het energie- en waterbedrijf nader geanalyseerd. Verwezen wordt naar de notitie van de afdeling financiën van 17 ja nuari 1984. - 2 -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1984 | | pagina 523