bij bijl.nr. 127 II verwarming)met name veroorzaakt door energiebesparing en de verslechterde economische situatie (laatstgenoemde voor wat betreft grootverbruik) In het kader van deze nota is het tevens van belang na te gaan hoe de kostenontwikkeling van het gasbedrijf is geweest in vergelijking met de ontwikkeling van de minimum-marge. Uit eerdergenoemde notitie blijkt dat het kostenniveau (exclusief extra afschrijvingen) zich in de beschouwde periode beweegt tussen 9 miljoen gulden in 1980 en 9,2 miljoen in 1983, een toename derhalve van f 200.000, Geconcludeerd kan worden dat de kostenontwikkeling geen gelijke tred heeft gehouden met de ontwikkeling van de minimum-marge (in dezelfde periode toegenomen met 1,3 miljoen gulden), uit welk gegeven op landelijk niveau de inkomensstroom van gasbedrijven blijkt. Met andere woorden: het kostenniveau heeft zich bij het energie- en waterbedrijf hier ter stede gunstiger ontwikkeld dan het landelijk gemiddelde waarop de minimum-margeregeling is gebaseerd. Dat een en ander niet tot uitdrukking komt in een verbetering van het bedrijfsresultaat is een gevolg van vooral specifieke Bredase omstandigheden (stadsverwarming) en dalende afzetontwikkelingzoals hiervoor is aangegeven. Winstcapaciteit enwa 1984 -1987 Thans zal de structurele winstuitkering enwa worden aange geven. Hierbij zal de begroting 1984 als basis worden genomen, nadat deze zowel aan inkomsten- als uitgaafzijde is bijgesteld (bijlage 1). Vervolgens wordt de kostenontwikkeling op middellange termijn (tot en met 1987) bezien in relatie tot de ontwikke ling van de bruto-marge. Met betrekking tot de te verwachten marge-verbetering gas in komende jaren kan worden uitgegaan van de door VEGIN bij schrijven van 12 september 1983 geraamde ontwikkeling van de bruto-marge per aansluiting op basis van aangenomen loon- en prijsinflatie (respectievelijk 2 en 2,2%). Ten aanzien van de kostenontwikkeling is de volgende werkwijze gevolgd. De kosten 1984, exclusief rente en afschrijving, zijn infla toir verhoogd met het door VEGIN verondersteld kostenstij gingspercentage waarop de marge-verbetering gas is gebaseerd. De rente en afschrijvingskosten worden begroot, uitgaande van het (volgens bijlage 2) te verwachten inves teringsniveau tot en met 1987 op basis van een gemiddelde afschrijvingstermijn en een voorshands reëel te veronder stellen rente(omslag)percentage van 8,6% (=1985). Een en ander is cijfermatig uitgewerkt in bijlage 3. Aan de hand daarvan mag worden aangenomen dat de exploitatie resultaten van gas, elektriciteit en water voor f 100.000 ,- nadelig worden beïnvloed doordat de inkomstenstijging (marge verbetering) geen gelijke tred houdt met de kostenontwikke ling. Daarbij is afgezien van margeverbetering tengevolge van tariefstijging (water en elektriciteit). - 5 -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1984 | | pagina 526