bijlage nr. 130
In het kader van het aan de Tweede Kamer aangeboden meerja
renplan stadsvernieuwing zal per 1 januari 1985 de financie
ring van de stadsvernieuwing een nieuwe vorm gaan krijgen.
Voor de grotere steden, waaronder Breda, wordt de rijksbij
drage normatief vastgesteld en jaarlijks rechtstreeks als
doeluitkering verstrekt. Dit betekent dat Breda met ingang
van 19Ö5 kan rekenen op een jaarlijks budget, afhankelijk
van de nog vast te stellen verdeelsleutel van ca.
f 8.000.000,
Tegelijkertijd vervallen echter diverse bijdrage
regelingen, waaruit thans de stadsvernieuwing wordt
betaald
In de eerste vier jaar zal deze doeluitkering worden gekort
als gevolg van door het rijk in de voorgaande periode aange
gane verplichtingen.
Afhankelijk van deze nog definitief vast te stellen
overgangsregeling resteert voor Breda naar verwachting voor
deze periode een bedrag in de orde van grootte van ca.
f 5.000.000,Het in de afgelopen jaren, 1980 t/m 1983,
door Breda bestede bedrag voor stadsvernieuwing ligt rond
de f 5.000.000,gemiddeld dit exclusief het stadsver
nieuwingsbudget van openbare werken ad f 1.500.000,
Derhalve zal de nieuwe regeling eerst op termijn een ver
ruiming van de middelen in kunnen houden. Het door openbare
werken jaarlijks te besteden budget (loonkosten) voor stads
vernieuwing ad f 1.500.000,en het huidige fonds stads
vernieuwing, zullen - zolang er nog geen definitieve dui
delijkheid is over de hoogte van de nieuwe bijdrage - in
principe niet aangetast worden. Op voorhand zal een
werkplan voor de besteding van de gelden voortvloeiende uit
deze doeluitkering stadsvernieuwing worden opgesteld, welke
te zijner tijd als toetsingskader voor de definitieve toe
wijzing zal worden gehanteerd.
De relatie van het woningbedrijf met de algemene dienst is
gering en betreft nagenoeg uitsluitend het werk voor de
huursubsidie. Omdat hier al een claim is gevallen en de
kosten boven het gebudgetteerde bedrag uitgaan, is er geen
ruimte voor structurele besparingen. Voor het overige komen
bezuinigingen binnen het woningbedrijf ten gunste van of
ten laste van de algemene bedrijfsreserve.
Analyses wijzen uit dat er geen ruimte binnen de geldende
beheersnormen is te verwezenlijken.
Op grond van deze overwegingen zijn derhalve binnen het
woningbedrijf geen bezuinigingen doorgevoerd. Vanuit
openbare werken sec wordt dit opgevangen door het inleveren
van anderhalve vacature, hetgeen een aanscherping van de
consequenties, zoals bij openbare werken genoemd, inhoudt.
Toelichting bij portefeuille 5 (Welzijn I)
Bij de voorbereiding van ons voorstel met betrekking tot de
taakstellende bezuiniging in de welzijnssectoren heeft ons
college verdergaande harmonisatie en onderlinge afstemming
tussen de bekende welzijnssectoren voor ogen gestaan.