aan de raad der
gemeente Breda
bijlagenr. 131
IZAntwoorden op door raadsleden
gestelde vragen.
VRAAG (gesteld in de raadsvergadering d.d. 8-12-1983)
De heer Goos
Mijn vraag betreft de punten h. en iin de rubriek D.
Wil het college er zorg voor dragen dat, als een regeling tot
stand is gekomen, er verpachting aan de hoogstbiedende plaatsvindt.
ANTWOORD
Het college van burgemeester en wethouders heeft inmiddels
besloten het recht om te jagen op de Galderse en Vrachelse Heide
te verhuren aan de hoogstbiedende.
De huurovereenkomsten zijn reeds in het bezit van beide personen.
VRAAG (d.d. 2-12-1983 gesteld ing. art. 48, 2e lid R.v.O.)
De dames Pies, Rattink, Brosky en Wouters en de heer De Bruijn
Is het college met ons van mening dat:
1. er onder de vrouwengroeperingen in Breda terecht grote onge-
rüstheid bestaat dat in de voortzetting van beleidsmatige
activiteiten ernstige stagnatie zal optreden?
2. bij de uitvoering van de beleidsvoornemens, genoemd in het
programakkoord, de ondersteuning van een emancipatiemedewerk
ster onmisbaar is?
3. dat de voorgestelde oplossing om diverse medewerkers van de
afdeling welzijn van de g.s.d. tijdelijk deze werkzaamheden
te laten verrichten niet wenselijk is, daar reeds nu sprake
is van zware overbelasting van medewerkers op deze afdeling?
Kan het college ons toezeggen dat:
- wanneer per 1-1-1984 de thans geldende vacaturestop is opge
heven, in hun beraadslagingen, aan de invulling van deze
vacature een hoge prioriteit wordt toegekend;
- dat met voortvarendheid gewerkt zal worden aan het in gang
gezette emancipatiebeleid.
ANTWOORD
Op 1 maart 1984 heeft ons college, gelet op de beleidsvoornemens
die ten grondslag liggen aan de samenwerking van de raadsperiode,
besloten de vacature (24 uur) te doen vervullen.