aan de raad der
aemeente Breda
i
agendanummer: 7
bijlagenr20
BK/8400040
4-1-1984
«nnr?
Voorstel van burgemeester en wet
houders tot aanpassing van de ver
ordening geldelijke voorzieningen
raads- en commissieleden.
Uw raad heeft op 17 februari 1983 als uitvloeisel van de H.U.G.-
operatie eerste ronde de verordening geldelijke voorzieningen
raads- en commissieleden gewijzigd als volgt.:
"De door de raad, het college van burgemeester en wethouders of
"de burgemeester benoemde leden van een commissie, die geen raads-
"lid zijn, ontvangen in 1983 voor het bijwonen van een vergadering
"van die commissie een vergoeding van 40,--; echter de leden-
"niet-raadslid der bestuurscommissies ontvangen een vergoeding
van 10 0,--."
In de door Uw raad vastgestelde begrotingen 1984 c.a. is uitgegaan
van een bevriezing van de bovengenoemde vergoedingen.
Gelet op de noodzakelijke bezuinigingen ligt het daarom naar onze
mening voor de hand om Uw raad voor te stellen dit uitgangspunt
voor 1984 in de betrokken verordening vast te leggen. Daartoe zal
artikel 3, 1e lid gewijzigd moeten worden, in die zin dat waar
staat "1983" gelezen dient te worden "1984".
Overigens zijn wij voornemens in de loop van 1984 Uw raad voor te
stellen de verordening te wijzigen. De huidige verordening vraagt
enige tekstuele aanpassingen. Tevens zou alsdan vastgelegd kunnen
worden dat de vergoedingen voortaan per zittingsperiode van de
raad worden vastgesteld.
Het resultaat van de beraadslaging van de commissie algemene
zaken ligt voor U ter visie.
Burgemeester en wethouders van Breda,
van Dun loco-burgemeester,
van den Dam secretaris.