bij bijl.nr. 152 A
deze gemakkelijker was op te lossen dan de inhoudelijke
kant. In de voorbereiding voor de werving van deze
functie is in de contacten met de leden van de Centrale
Adviesraad, dit ook steeds benadrukt evenals in de
gesprekken met de sollicitanten. Bij het opstellen van
het introductieplan voor de aan te stellen functionaris
is met de tweeledigheid van de functie terdege rekening
gehouden
De ondersteuningsfunctionaris heeft in de uitoefening van
haar taak regelmatig pogingen gedaan de leden van de
Centrale Adviesraad attent te maken op hun taak t.o.v. de
bewoners en bewonersgroepen
Echter de indruk bestaat dat haar optreden door sommigen
werd gezien als het verdedigen van standpunten van de
gemeente, waardoor de relatie niet van dien aard werd,
dat voldoende werd ingespeeld op hetgeen door haar naar
voren werd gebracht.
Specifieke gesprekken
In januari en februari 1983 zijn er twee vergaderingen
geweest, waarin met de leden van de Adviesraad uitvoerig
is besproken over de taak en de manier waarop deze het
best gestalte kon krijgen.
Via gesprekken daarna met de wethouder is dit uitgemond
in een evaluatie in augustus en september 1983-
Advies met betrekking tot de bouw van een bejaarden
centrum
Op basis van de ontwikkelingen rond de huisvesting van
bejaarden in Breda en het feit dat in het beleidsplan was
aangegeven dat huisvesting voor bejaarden aanvaardbaar
was, is in overleg met de Plebaan van der Madenstichting
bekeken of een geschikte locatie in de wijk Hoge Vucht
aanwezig was. In dat gesprek zijn twee mogelijkheden
bekeken: of in het centrumgebied of in de buurt Wisselaar
op het terrein Vlaanderenstraat hoek Zonnebekestraat
Voorkeur bestond voor de locatie Wisselaar. Dit is ook
besproken met de Adviesraad en daarna is advies
gevraagd. In dit advies maakte de Adviesraad bekend dat
men vond dat de bouw van een bejaardencentrum vlg. het
beleidsplan in het centrumgebied moest plaatsvinden.
Daarnaast vroeg men zich af of de bouw van een bejaar
dencentrum nog wel de juiste manier van huisvesing voor
bejaarden was.
De adviesraad is erop gewezen dat hij wel het recht
heeft ons ervan op de hoogte te brengen dat het voorstel
niet overeenstemt met hetgeen in het beleidsplan staat,
maar dat men vooral de taak heeft erop te wijzen dat de
bewoners door ons van deze afwijking van het beleidsplan
en van onze argumenten daarvoor op de hoogte worden
gebracht. Immers de bewoners moeten in overleg met ons
bepalen of een vroeger ingenomen standpunt (beleidsplan)
voor hen nog steeds dezelfde waarde heeft.
- 5 -