bijlagenr. 156
Niettemin zijn wij van mening dat dit plan, om een aantal
redenen, doorgang moet vinden en hebben wij genoemde
functionaris bericht bereid te zijn Uw raad voor te stellen
voor het verschil ad f 9.000,voorlopig een beroep te doen op
de algemene middelen van de gemeente en dat wij de Minister van
Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer zullen
verzoeken er mede in te stemmen dat dit bedrag ten laste van de
algemene bedrijfsreserve wordt gebracht. Een en ander is ook zo
gebeurd, doch inmiddels is de hoofdingenieur-directeur van de
volkshuisvesting op zijn eerder ingenomen standpunt
teruggekomen, aangezien vanaf 1 januari 1984 het instituut van
de rijksleningen is komen te vervallen en daarmede de relatie
met de hoogte van de investering is losgekoppeld.
Per genoemde datum is een nieuwe regeling in werking getreden
inzake de geldelijke steun voor groot-onderhoud en
woningverbetering voor woningen van gemeenten en van toegelaten
instellingen.
Opdat toepassing van deze regeling zou betekenen dat het bestek
en daarmede de aanneemsom moeten worden herzien voor wat
betreft de groot-onderhoudswerkzaamhedenalsmede vanwege het
feit dat de onderhandelingen met de bewoners met betrekking tot
de huurverhoging op basis van de voordien geldende regeling
zijn gevoerd, hebben wij van de mogelijkheid gebruik gemaakt te
verzoeken de oude regeling te willen hanteren.
Dit verzoek is gehonoreerd, hetgeen ter zake van de rijkssteun
evenwel betekent, dat een bijdrage ineens van een derde van de
aanvaarde kosten wordt verstrekt.
Voor de financiering van de onderhouds- en verbeteringskosten
wordt daarentegen geen lening verstrekt.
Daar slechts 10 bewoners centrale verwarming wensen, wordt deze
voorziening bij de bepaling van de hoogte van de te aanvaarden
kosten voor de vaststelling van de bijdrage ineens buiten
beschouwing gelaten.
De financiële opzet van het plan vertoont het navolgende beeld.
De totale kosten worden gesteld op f 4.305.155,
De dekking van dit bedrag geschiedt als volgt.
De bijdrage ineens van het rijk is berekend op f 995.677,
Zie voor beide bedragen de goedkeuringsbrief van de
hoofdingenieur-directeur van de volkshuisvesting, bijlage 1
en 3
De op grond van de z.g. 2 1/2^-regeling berekende en met de
bewoners overeengekomen huurverhoging bedraagt het eerste jaar
in totaliteit f 83.467, Een overzicht van de oude en de
nieuwe huur per type woning is gevoegd bij de ter visie
liggende stukken.
De nieuwe huren corresponderen niet helemaal met die welke op
bijlage 2 van de goedkeuring zijn vermeld, doch wij hechten er
aan de met de bewoners overeengekomen huurverhogingen te
handhaven.
Het hierna ongedekt overblijvende bedrag zal middels een 25
jarige 8 3/455 annuïteit via de exploitatie van het onderhavige
complex ten laste van de algemene bedrijfsreserve van het
woningbedrijf worden gebracht.
- 2 -