II Zoals wij reeds weergaven met betrekking tot de opvattingen
vanuit Bredase vrouwengroeperingen, bleek ook uit de reacties
van de geraadpleegde fracties een grote verscheidenheid aan
opvattingen. Met name de fracties van CDA en VVD stellen de
vraag of de vmrgelegde varianten voldoende overeenstemmen met
de bedoelingen van de afspraken in het programakkoord.
In het bijzonder voor wat betreft de betrokkenheid van
vrouwelijke raadsleden zijn CDA, VVD en D'66 van mening
dat deze geen deel zouden moeten uitmaken van een emanci
patieberaad. Uit de reacties bleek duidelijk dat over de
definitieve vormgeving van een emancipatieberaad naar taken
en werkwijze geen eensluidende opvattingen bestaan.
Ondanks de geconstateerde verschillen van opvatting is ons
college toch van mening u een voorstel te doen om te komen
tot een emancipatieraad - waartoe wij in de navolgende para
graaf onze motivering geven.
III Tijdens de voorbereiding en de behandeling van het emanci
patieprogramma 1984 is zowel vanuit de politieke partijen'
als uit de vrouwen groeperingen nadrukkelijk naar voren ge
komen om aan het emancipatiebeleid als facetbeleid uitvoe
ring te geven.
Reeds bij de presentatie van ons emancipatieprogramma 1984
hebben wij aangegeven dat wij voornemens zijn om het eman
cipatieprogramma 1985 als facetbeleid te realiseren.
Hoewel wij geen directe koppeling leggen tussen het emanci
patieprogramma 1985 en de in te stellen emancipatieraad
zijn wij van mening dat het te ontwikkelen emancipatiebe
leid als facetbeleid "gevoed" dient te worden door vrouwen
organisaties en vrouwengroepen.
In het bijzonder betekent dit een bijdrage tot het emancipatie-
gevoelig maken van het totale beleid als facetbeleid.
In onze opvatting dient, zeker in deze ontwikkelingsfase,
een directe relatie te bestaan tussen een in het leven te
roepen emancipatieraad en de ambtelijke beleidsvoorbe
reiding op het onderhavige gebied, teneinde het bedoelde
facetbeleid als deelfacet vanuit de diverse functies moge
lijk te maken.
-2-