aan de raad der gemeente Breda OW/8404147 11-4-1984 agendanummer: 15 bijlagenr. 173 Voorstel van burgemeester <^nnr^> en wethouders met betrek king tot de nieuwe koers van de Stedebouwkundige Adviesraad Op 14 september 1972 heeft uw raad besloten tot instelling van de Stede- bouwkundige Adviesraad (StAR). De StAR is een vaste commissie van advies en bijstand aan burgemeester en wethouders als bedoeld in artikel 62, 2e lid, van de gemeentewet. In de verordening op de StAR zijn ondermeer geregeld de taak en de samenstelling. In de omschrijving van de taak en de samenstelling komt heel duidelijk tot uitdrukking de bedoeling, welke destijds bij ons college en uw raad heeft voorgezeten bij de instelling van de StAR. Voor een goed begrip van de positie en plaats van de StAR laten wij hier onder volgen de leden 1 en 2 van artikel 2 van de verordening op de StAR. 1De adviesraad fungeert voor burgemeester en wethouders naast andere adviseurs en het gemeentelijk apparaat als een beleidsadviesorgaan in aangelegenheden welke voor het te voeren ruimtelijk beleid in hoofd lijnen van betekenis zijn. 2. De adviesraad heeft binnen het in lid 1 bepaalde kader tot taak: a. zich te beraden over de ontwikkeling en de kwaliteit van het stedelijk leefmilieu; b. te adviseren over beleidsdoeleinden en -programma's; c. ontwerpen van stedebouwkundige plannen en van herziening en uitwerking daarvan te toetsen aan beleidsdoeleinden en programma's; d. inzicht te verschaffen in de denkbeelden welke onder de burgerij leven en de in de beleidsdoeleinden, programma's en planontwerpen door het gemeentebestuur neergelegde denkbeelden te toetsen aan de bij de burgerij levende opvattingen en verwachtingen. In onderdeel 2, sub d. van bovenstaand artikel komt tot uitdrukking, dat de StAR bedoeld was als een permanent platvorm in het kader van het nauwer betrekken van de burger bij het stedebouwkundig gebeuren. Omdat de StAR na enige jaren meende, dat de gemeente hem ten onrechte te veel beschouwde als inspraakinstituut heeft de StAR in 1977 een nota uitgebracht: "Een StAR is nog geen inspraak" handelende over de taken van de StAR in relatie met inspraak voor de bevolking. In die nota stelt de StAR o.a. het volgende: 1. de StAR ziet zich als een functionele adviesraad en wijst de functie van inspraakorgaan af; 2. bij de advisering door de StAR over bestemmingsplannen houdt de StAR hoorzittingen om de mening te peilen van de omwonenden, zulks alleen ten behoeve van de eigen meningsvorming; 3. de StAR is van oordeel, dat hij wel een bepaalde rol kan vervullen bij de inspraak, doch dat hij de nodige deskundigheid en capaciteit niet in voldoende mate bezit. De StAR acht de overheid verantwoordelijk voor de inspraak.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1984 | | pagina 836