INLEIDING
De StAR bestaat tien jaar. Dit is een goede gelegenheid tot bezinning
over het eigen functioneren, zowel intern als in relatie met de gemeente.
Vooral dat laatste is onderwerp van deze notitie.
In de tien jaren van zijn bestaan heeft de StAR een positie verkregen binnen
het proces van ruimtelijk-s.tedebouwkundige planvorming in Breda. Over de
afbakening van die positie lopen de meningen echter uiteen. Een duidelijkere
begrenzing van het werkterrein, alsmede een goed inzicht in de manier van
werken en de levende verwachtingen kunnen het risico van misverstanden in deze
doen verminderen en kunnen een basis zijn voor goede samenwerking.
In deze nota worden voorstellen in deze richting gedaan. Wij wijzen u
er op dat dit gezien kan worden als een voortzetting en uitbreiding van de
nota "Een StAR is nog geen inspraak" uit 1977, die als bijlage bij deze
nota is gevoegd.
DE VERORDENING OP DE STAR
2.1. Inleiding
Een belangrijk deel van de onduidelijkheid rond de positie van de
StAR is gelegen in de interpretatieruimte die de verordening biedt.
Het functioneren als "beleidsadviesorgaan in aangelegenheden welke voor het
te voeren ruimtelijke beleid in hoofdlijnen van betekenis zijn" en het
zich in dat kader "beraden over de ontwikkeling en de kwaliteit van
het stedelijk leefmilieu" zijn activiteiten die door hun brede betekenis
vaag zijn en pas in de praktijk van het functioneren van de StAR inhoud
hebben gekregen. In dit hoofdstuk wordt gepoogd wat exacter aan te
duiden hoe de diverse artikelen door de StAR gelezen worden. Daar de
StAR van mening is dat het de duidelijkheid van de positie van de StAR
naar buiten toe ten goede zal komen indien de verordening op een
aantal punten meer in overeenstemming is met het feitelijk functioneren,
worden aan het eind van dit hoofdstuk een aantal voorstellen tot wijziging
van de verordening gedaan.
2.2. Artikel 2.2.a
"De adviesraad heeft tot taak zich te beraden over de ontwikkeling
en de kwaliteit van het stedelijk leefmilieu".
De StAR beraadt zich over de kwaliteit en ontwikkeling van het stedelijk
leefmilieu. Hij doet dit in algemene zin bij zijn discussies over beleids
plannen en in het bijzonder bij die over bestemmingsplannen. Het Star-
beraad over het stedelijk leefmilieu is zodoende vrijwel altijd gekoppeld
aan een concreet (bestemmings)plan.
2.3. Artikel_2.2.b
"De adviesraad heeft tot taak te adviseren over beleidsdoeleinden
en -programma's".
Beleidsdoeleinden en programma's zijn vaak onderwerp van advies door de
StAR. De Nota Volkshuisvesting, het Groene Structuurplan, leenden zich
goed voor advisering. Helaas is het echter nog niet zo dat de StAR in
het algemeen gelegenheid krijgt om zich over nota's van deze aard uit
te spreken. Ten aanzien van de stadsvernieuwing heeft de StAR zichzelf
een rol toebedeeld. Bij de advisering over de woonwagenlokaties werd
de StAR pas ingeschakeld in het stadium waarin de beleidsvorming voor
zover de gemeente dat althans zelf kon bepalen, al grotendeels achter
de rug was. Deze gang van zaken wordt betreurd omdat juist deze beleids
nota's van grote invloed zijn op de totstandkoming van bestemmingsplannen.