aan de raad der
gemeente Breda
OW/8404358
18-4-1984
agendanummer: 16
bijlagenr. 174
Voorstel van burgemeester en wethouders
tot het benoemen van een voorzitter en
enige leden en plaatsvervangende leden van
de Stedebouwkundige Adviesraad
In verband met het reeds enige tijd expireren van de maximaal toegestane
zittingstermijn, vastgesteld voor de leden van de StAR, is de heer G.J. van
Overbeek teruggetreden als lid en voorzitter van de StAR.
Op grond van de verordening op de StAR benoemt uw raad niet alleen de leden
en de plaatsvervangende leden doch ook de voorzitter.
De benoemingsvoordrachten geschieden op basis van een aanbeveling van de
StAR.
Door de StAR wordt aanbevolen te benoemen tot voorzitter mevrouw Ir. J.H.M.
van Dijk, werkzaam bij een bureau voor stedebouw en architectuur.
Mevrouw Van Dijk is sedert 12 februari 1981 lid van de StAR voor de sector
stedebouw.
Wij kunnen ons geheel met deze aanbeveling verenigen.
Tevens verzoekt de StAR te willen benoemen tot lid:
J. Schoenmakers voor de sector woningbouwverenigingen;
M. van Gooi voor de sector onderwijs en opvoedkunde;
P. Nobelen voor de sector winkel- en dienstverlenende bedrijven;
E. Maas-van Wijmen voor de sector vrouwenadviescommissie;
en tot plaatsvervangend lid:
W. Geertsen voor de sector wijkraad West;
J. van den Biggelaar voor de sector architectuur.
De te benoemen leden fungeren thans reeds als plaatsvervangende leden.
In de brief van de StAR van 22 februari 1984, waarin de aanbevelingen zijn
vervat, zijn enkele gegevens opgenomen met betrekking tot de voorgestelde
plaatsvervangende leden.
Tevens hebben wij voor u ter inzage gelegd de brief van de StAR, waarin de
nieuwe samenstelling van het dagelijks bestuur is opgenomen.
Op grond van het bovenstaande stellen wij u voor te besluiten tot benoeming
van de voorzitter, leden en plaatsvervangende leden van de StAR zoals boven
is aangegeven.
De commissie wonen heeft van dit voorstel kennisgenomen.
Burgemeester en wethouders van Breda,
Van Dun loco-burgemeester
Van den Dam secretaris
liggen ter visie