- 4 -
bijl.nr. 215
dagelijks bestuur van het Stadsgewest Breda, nogmaals
onderstreept. Op grond van het vorenstaande kan worden gesteld
dat wij in beginsel projecten als het onderhavige positief
waarderen
In het verzoek van de Stichting Sjefke Schil d.d. 8 mei 1984
wordt gesproken over gelden die worden uitgespaard door het
verminderd aanbod van tonnage bij de vuilstort Bavel/Dorst.
In zijn algemeenheid is deze stelling onjuist. Immers, door het
gehanteerde stelsel van getrapte tarieven leidt, binnen
grenzen, een verminderd aanbod tot hogere tarieven. Nu dient te
worden bedacht dat het hier gaat om een jaarlijkse hoeveelheid
van 416 ton afvalstoffen, terwijl de klassebreedten in het
getrapte tariefstelsel 20.000 ton bedragen. De kans dat het
niet-storten van 416 ton aan schillen leidt tot hogere tarieven
is derhalve klein.
Bovendien zou, indien nodig, door een extra aanvoer van elders
binnen het samenwerkingsgebied Breda een tekort aan aanbod
kunnen worden gecompenseerd. Wel dient deze problematiek
nadrukkelijker aan de orde te worden gesteld bij een eventuele
uitbreiding van het project na 1985 over meerdere Bredase
wijken
Principiëler is de vraag of een vermindering van door de
gemeente te betalen stortgelden niet in het algemeen ten goede
dient te komen aan de Bredase burger.
Deze vraag dient in principe bevestigend te worden beantwoord.
Daar het hier echter gaat om een proefproject dat zowel naar
gebied als naar hoeveelheid in te zamelen afvalstoffen beperkt
van opzet is, achten wij het verantwoord om bij wijze van
uitzondering tijdelijk van deze regel af te wijken. Blijkens
het projectplan gaat het in de opstart- en aanloopperiode
(1 september 1984 t/m 31 december 1985) om een hoeveelheid van
484 ton schillen, die een besparing van f 11.108,
T484 x f 22,95 f 11.108,--) aan stortgelden opleveren.
Gezien het feit dat het hier om een proefproject gaat dat qua
opzet en uitvoering nieuw is voor Breda, zijn wij van oordeel
dat dit voorshands beperkt dient te blijven tot het inzamelen
van schillen. Na bovengenoemde proefperiode dient door de
stichting een uitgebreide projectevaluatie (bijvoorbeeld in de
vorm van een jaarverslag) plaats te vinden. Hierin kan tevens
worden ingegaan op de economische haalbaarheid (incl.
loonvorming!) van het project (vgl. par. 2).
4Samenvatting
Resumerend kan worden geconcludeerd dat de Stichting Sjefke
Schil met haar initiatief een bijdrage, hoe beperkt wellicht
ook, levert in de aanpak van zowel de jeugdwerkloosheids-
alsook de afvalstoffenproblematiek
Het schillenproject kan als een zinvol proefproject in deze
worden beschouwd.