- 9 - sub c. Met de toevoeging van dit lid wordt bereikt, dat in ieder geval de uit te voeren voorziening in overeenstemming is met de eisen, die daaraan op grond van de bouwverordening gesteld kunnen worden. Door niet meteen de eis te stellen, dat de woning na het treffen van de voorzieningen volledig moet voldoen aan de eisen van bewoonbaarheid die redelijkwij ze aan een woning gesteld moeten worden, is een gefaseerde aanpak van de woning mogelijk. Het gestelde onder sub e maakt een verdere controle daarop mo gelijk. In het kader van dit lid kunnen burgemeester en wethouders eisen, dat eerst groot-onderhoud en casco-verbetering worden uit gevoerd alvorens voorzieningen met betrekking tot geriefsverbe- tering worden uitgevoerd. Het gestelde biedt burgemeester en wethouders bovendien de mogelijkheid aanvragen voor subsidiëring van ingrepen die in relatie tot het te bereiken resultaat te duur zijn, af te wijzen. instandhouding Onder sub i is uitgegaan van een periode van tien jaar, omdat het in de praktijk onmogelijk blijkt over een langere periode nauw keurige uitspraken aangaande de toekomst van een pand te dien. Dat een woning nog minimaal vier jaar als woning dienst moet doen, alvorens voor de instandhoudingsubsidie, als bedoeld in lid 1, gecombineerd met artikel 26 lid 5 en artikel 27 lid 5, in aan merking te komen wordt in artikel 23 geregeld. vaste bijdrage Artikel 24, de vaste bijdragen. In artikel 24 wordt gewezen op de lijst met voorzieningen waar voor een vaste bijdrage wordt verstrekt. Gesubsidieerd worden: - voorzieningen met betrekking tot geriefsverbetering - voorzieningen met betrekking tot bouwtechnische ingrepen - voorzieningen met betrekking tot groot-onderhoud - voorzieningen met betrekking tot woningisolatie normaal en ver-Daarbij geldt voor elke voorziening een normaal tarief en een hoogd tarief verhoogd tarief, dat volgens artikel 25 van toepassing is op stadsvernieuwing -stimuleringsgebieden. De tarieven worden door de raad vastgesteld. Voor 1985 is daarbij uitgegaan van gemeen telijke ervaringsgegevens en de feitelijke subsidieverstrekking over de jaren 1983 en 1984. Uitgangspunt daarbij is het 'afdekken van de onrendabele top' geweest. Geschat is, dat daartoe de sub sidie ongeveer 50% van de investeringskosten moet bedragen. Omdat in de jaren 1983 en 1984 de subsidies gemiddeld slechts rond de 30% van de investeringen bedroegen, zijn de bedragen ten opzichte van de huidige rijksregeling nog enigszins verhoogd, herziening Ten behoeve van de herziening van het overzicht van subsidiabele vaste bijdrage voorzieningen en de daarbij behorende tarieven, dient een nauwkeurige registratie van de subsidie-aanvragen bijgehouden te worden. Deze registratie moet samen met de beleidsuitgangspunten de basis voor de herziening vormen. Een eventuele herziening van het overzicht wordt bekendgemaakt via de gebruikelijke kanalen. toetsing per ingreep fasering te duur zelfwerk zaamheid in combinatie met aannemer In lid 4 en 5 is aangegeven hoe de hoogte van de subsidie wordt bepaald in geval van zelfwerkzaamheid. Daarin is rekening gehouden met de mogelijkheid van een gecombineerde uitvoering dat wil zeggen, gedeeltelijk via een aannemer en gedeeltelijk in zelfwerk zaamheid plaatsvindt. De korting vindt namelijk pas plaats indien meer dan de helft van de ingreep (berekend volgens lid 5) in zelfwerkzaamheid plaatsvindt. Op deze manier wordt bereikt, dat ook inkomenszwak- kere eigenaren-bewoners sneller een aannemer inschakelen hetgeen niet alleen de kwaliteit van de uitvoering ten goede komt maar een positief effect op de werkgelegenheid zal hebben.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 102