bijlage nummer: 196
d. de instandhouding en bevordering van een evenwichtig
distributief voorzieningenniveau "middenstands"-
beleid) en een toeristisch voorzieningenniveau.
Het zal Uw raad duidelijk zijn dat een dergelijke taakstel
ling eerst goed gestalte kan krijgen wanneer deze in goede
en intensieve samenwerking met o.m. lokaal en regionaal
functionerende instellingen tot stand komt. De dienst
"Werken" zal dan ook in het bijzonder een bijdrage moeten
leveren in een gecoördineerd werkgelegenheids- en arbeids
marktbeleid
IIIOrganisatie- en relatiemodel
Zoals Uw raad bekend heeft ons college zich ten aanzien
van de beleidssector werken in grote lijnen als volgt
uitgesproken: "uitgaande van het op 18 november 1982
vastgestelde richtbeeld voor de totale gemeentelijke
organisatie is voor de sector werken besloten te streven
naar een structurele bundeling van taken op het gebied van
werkgelegenheid en arbeidsmarkt, waarbij de voorkeur
uitgaat naar een tak van dienst. Deze tak van dienst zal
worden samengesteld uit taken die nu worden verricht bij
de afdeling economische zaken, Br.I.M., B.S.W.B., de
dienst jeugd, sport en recreatie (coördinatie van de
jeugdwerkloosheid), sociale dienst en sociografische
dienst (uitvoerende taken op het gebied van middenstands-
beleid)". Bij ons besluit van 30 september 1983 is
besloten het uitkeringsgedeelte van de sociale dienst niet
bij de genoemde bundeling te betrekken en bij ons besluit
van 9 mei 1984 is met betrekking tot de taakstelling van
de gemeentelijke sociale dienst o.m. besloten de coördi
natie van de uitvoering alsmede de beleidsmatige aspecten
van het sociaal-cultureel werk vallend binnen de werkings
sfeer van art. 36 W.W.V. en het zorg dragen voor het
organisatorisch functioneren van het C.B.B. bij deze
dienst te handhaven.
De projectgroep komt met betrekking tot het bovenstaande
kort samengevat tot de volgende voor de organisatie
relevante conclusies:
1. een volstrekt zelfstandige sector werken voor wat be
treft de organisatorische plaatsing van deze beleids
sector ondanks de geringe omvang van de totale werken-
formatie
2. de relatie tussen de sociaal-economische sector en de
B.S.W.B. is niet zodanig functioneel - nog afgezien van
het geheel eigen beleids- en financieringsregiem van de
B.S.W.B. - dat tot een onderbrenging van deze dienst
bij de sector werken moet worden overgegaan. Er kunnen
wel meer dwarsverbanden tot "Werken" - beleidsmatig en
uitvoerend - met de B.S.W.B. gerealiseerd worden;
3. in de toekomst zal een duidelijk onderscheid gemaakt
dienen te worden in activiteiten die tot de basiseduca
tie dan wel tot arbeidsin-/aanpassing worden gerekend
- 3 -