bijlage nummer: 196
en dit onderscheid dient vervolgens als uitgangspunt
voor grensafbakening gehanteerd te worden tussen de be
leidssectoren welzijn en werken. Alvorens in dit ver
band definitieve besluiten te nemen over de
positionering van het C.B.B., de activiteiten in het
kader van artikel 36 W.W.V. e.d., dienen de ontwikke
lingen en ideeën op rijksniveau te dien aanzien te wor
den afgewacht en op basis van bovengenoemd onderscheid
bij de beleidssectoren te worden ondergebracht.
4. Een nader onderzoek naar de decentralisatie van voor
"Werken" in aanmerking komende vergunningen (i.h.b.
vergunningen in het kader van middenstandsaangelegen
heden) is gewenst en op basis daarvan zal een mogelijke
effectuering van een bureau "vergunningen" bij de
dienst "Werken" kunnen worden overwogen.
Op basis van onder meer de bovenstaande conclusies en de
positiebepalingen van de onderdelen behorend tot de sec
sector "Werken" komt de projectgroep tot een voorstel
voor de organisatiestructuur van een dienst "Werken" met
de volgende interne geleding:
- een directie met een stafafdeling beleidsontwikkeling,
financieel beheer en secretariaat ten behoeve van de
gehele dienst;
- een drietal afdelingen:
a. afdeling economische zaken en werkgelegenheids-
bevordering
b. afdeling arbeidsinpassing en projecten
c. afdeling middenstandszaken.
Voor de schematische weergave van de organisatiestructuur
en de werkverbanden met de Br.I.M., J.O.C. en 't Gist ver
wijzen wij U naar blz. 59 van het eerder genoemde advies.
Op grond van de volgende motieven hebben wij in onze verga
dering van 20 maart jl. om onderstaande redenen besloten
de overwegingen in het rapport van de projectgroep en het
adviesbureau Boer en Croon met betrekking tot een zelfstan
dige dienst te onderschrijven en eveneens in hoofdlijnen
in te stemmen met de voorgestelde organisatie- en relatie-
structuur
- vanwege het grote belang van de sociaal-economische
beleidssector voor de gemeente Breda dient een
geïsoleerde positie in de organisatie te worden
vermeden
- vanuit deze beleidssector dient een gelijkwaardige in
breng zowel in de sectorale beleidsprocessen als in de
totale beleidsintegratie gegarandeerd te worden;
- de relatieve afhankelijkheid van de sector werken van
beleidsinstrumenten uit andere gemeentelijke sectoren
maakt effectieve samenwerkingspatronen en functionele
relaties noodzakelijk, waarmee organisatorische en
beleidsmatige identiteit en herkenbaarheid op dezelfde
noemer liggen.
- 4 -