aan de raad der
gemeente Breda
OW/8419028
19-12-1984
Bijlage nr. 5
Voorstel van burgemeester en wethouders
uw raad voor te stellen te besluiten het
tot op heden gevoerde terughoudend
beleid inzake toelating perifere detail
handel voort te zetten tot 1 januari
1987
Op 29 juni 1982 heeft uw raad het beleidsplan perifere detailhandel
vastgesteld middels een 17-tal besluiten, gebaseerd op het raadsvoorstel
van ons college ter zake. Uw raad heeft daarbij onder meer besloten om op
korte termijn een voorzichtig beleid te voeren ten aanzien van het toestaan
van bepaalde vormen van volumineuze detailhandel op perifere lokaties.
Onder korte termijn wordt, zowel in het beleidsplan als in besluit nr. 5
van de raadsbesluiten, verstaan de periode tot 1985. Daaruit kan gemakkelijk
de gevolgtrekking gemaakt worden, dat de gemeente vanaf 1 januari 1985 een
beleid zou kunnen gaan voeren, gebaseerd op een wat sterkere ontwikkeling
van genoemde detailhandelsvormen en er dus een verdere kwantitatieve
versterking mogelijk is. Voor zover bekend leeft dit idee ook bij enkele
potentiële vestigingskandidaten, hetgeen er toe kan leiden dat ons college
in 1985 zal worden verzocht toestemming te verlenen voor vestiging van
volumineuze detailhandelsbedrijven in de periferie, waarbij de kandidaten
zich zullen beroepen op eerder genoemde raadsbesluiten. Besluit nr. 7 gaat
er weliswaar van uit, dat toetsing van het beleidsplan pas _in 1985 zal
plaatsvinden, maar om allerlei misverstanden en mogelijke juridische
verwikkelingen te voorkomen, wordt uw raad verzocht reeds nu een besluit
ter zake te doen nemen.
De inhoud van dit voorstel gaat, gelet op bovengenoemde problematiek, uit
van een tweetal aspecten:
1. De economische ontwikkeling en de daarmee samenhangende inkomensontwik
keling tot 1985. Deze ontwikkelingen zijn tot op heden negatiever
geweest, dan in het beleidsplan verondersteld werd. Met name de
bestedingen in die detailhandelsbranches, waarvoor eventueel een
perifere lokatie mogelijk zou zijn (zoals meubelen, doe-het-zelf-
artikelen e.d.), blijven achter bij de verwachtingen. Alleen al om
deze reden zou een voortzetting van het voorzichtige beleid gewenst
zijn.
2. Het tot stand komen van een regionaal beleid inzake de perifere
detailhandel. In het raadsvoorstel van 1982 zijn aantal en omvang van
eventueel perifeer te vestigen detailhandelsbedrijven afgestemd op
vooral de lokale Bredase behoefte, in afwachting van het tot stand
komen van een regionaal beleid.
Al in 1981 heeft de Kamer van Koophandel en Fabrieken daartoe het
initiatief genomen, dat in februari 1984 heeft geleid tot een nota van
aanbevelingen ten behoeve van de gemeenten in het ressort van de
Kamer.