bij-bijlage nummer: 196 2. Ter uitvoering van de in artikel 3 omschreven beleidsonderdelen wordt aan de huishouding opge dragen a. het opstellen en uitvoeren van een gemeen telijk beleidsplan, gericht op de verschil lende beleidsonderdelen, dat ook onderdelen van beleidsvorming kan bevatten, die primair tot de verantwoordelijkheid van andere huis houdingen behoren; b. het systematisch en gericht werven en het stimuleren van industriële, ambachtelijke en dienstverlenende bedrijvigheid; c. het mede activeren, kwalificeren, inpassen en/of opvangen van het arbeidsaanbod door mid del van activiteiten gericht op: - de uitvoering van een samenhangend oplei- dings- en educatief beleid in en in verband met het arbeidsbestel; - het creëren van leer- en werkervarings plaatsen - aanvullende en/of tijdelijke werkgelegen heid; - het stimulerend en begeleidend optreden bij de totstandkoming van nieuwe loonvormende arbeidsplaatsen in de marktsector; - het opzetten en begeleiden van werkprojec ten in de niet-loonvormende sfeer die zich kunnen ontwikkelen of kunnen uitgroeien tot arbeidsinpassings- en/of werkgelegen heidsprojecten d. het mede ondersteunen en actief bevorderen van evenwichtige distributieve voorzieningen en het toerisme; e. het in samenwerking met andere betrokken ge meentelijke huishoudingen en privaatrechte lijke lichamen (doen) voorbereiden en het (doen) verwezenlijken van plannen op overeen komstig het doel van de huishouding bestemde of te bestemmen gronden; f. voorts alle taken welke voor de uitvoering van de in artikel 3 genoemde beleidsonderdelen van belang kunnen worden geacht. 3. De huishouding kan - in opdracht van burgemeester en wethouders - de directeur gehoord, onder nadere voorwaarden taken ten behoeve van derden uitvoeren welke stroken met haar doelstelling; - 4 -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 1103